Dit procesregime aanmerkelijk verstoren
Rechtbank ’s-Gravenhage, rolbeslissing van 9 december 2009, HA ZA 09-3931, High Point Sarl tegen KPN B.V. (met dank aan Roald Minneboo, NautaDutilh).
Octrooirecht. Rolbeslissing m.b.t. verzoek KPN tot schorsing en afgifte van bescheiden (discovery eerdere rechthebbende octrooi) in VRO procedure. Niet toewijsbaar. “Schorsing of aanhouding van de procedure zou dit procesregime aanmerkelijk verstoren.” Zie ook Rechtbank Den Haag, 26 mei 2009, IEF 7954 (High Point / KPN)
3.1. De verlangde schorsing van de procedure dan wel de subsidiair verzochte aanhouding zouden KPN in de gelegenheid moeten stellen bewijsmateriaal te verzamelen dat haar in de hoofdzaak te voeren verweer zou kunnen ondersteunen. Het gaat hier met name om de door Avaya [een eerdere rechthebbende tot het octrooi – IEF] in de discovery procedure te produceren documenten.
3.2. In de hoofdzaak heeft KPN nog niet geantwoord. Hoewel zij haar venveren nog niet heeft geformuleerd is aannemelijk - gelet op het de posities welke KPN innam in het kort geding en ook gelet op de door haar geëntameerde bodemzaak gericht op de vernietiging van het octrooi - dat KPN in elke geval een materieel niet-inbreuk verweer zal gaan voeren en daarnaast, bij wijze van verweer, de geldigheid van de het octrooi zal betwisten. De verzoeken zien op andere nader te formuleren verweren. Voor alle verweren geldt dat zij deze naar voren kan brengen zodra KPN daartoe over enig aanknopingspunt beschikt. Het volledige bewijs kan ook in een latere fase van de procedure worden gepresenteerd.
3.3. Het incident ex artikel 843a Rv heeft de strekking High Point te doen overleggen, In afschrift, dezelfde stukken die Avaya in de discovery dient te produceren, voorrover deze ook in handen van High Point zijn. Het zou dus moeten gaan om alle stukken die haar verweer zouden kunnen ondersteunen. Voorshands is dit verweer nog niet gevoerd, in elk geval is vooralsnog onvoldoende gesubstantieerd dat er sprake is van een onrechtmatige daad.
3.4. De VR0 procedure is in het leven geroepen om de octrooihouder dan wel de partij die octrooi-inbreuk wordt verweten een procedure te bieden waarin met behoud van processuele waarborgen op aanvaardbare en voorzienbare termijn een bodembeslissing kan worden verkregen. Schorsing of aanhouding van de procedure zou dit procesregime aanmerkelijk verstoren. Dit geldt ook voor het verlangde pleidooi indien dat in dit stadium zou worden bepaald.
3.5. Gelet hierop en gelet op de omstandigheid, als overwogen onder 3.2 en 3.3, dat zowel het verzoek tot schorsing als het verzoek tot afgifte afschrift bescheiden in de huidige stand van de procedure in de hoofdzaak nog niet toewijsbaar voorkomen, ziet de rechtbank aanleiding - omdat in dit geval de zaak niet meebrengt dat eerst en vooraf in de incidenten wordt beslist - het pleidooi in de incidenten te bepalen gelijktijdig met het reeds bepaalde pleidooi in de hoofdzaak, dat wil zeggen op 4 juni 2010.
Lees de rolbeslissing hier.