Droog commentaar
Kort commentaar Dirk Visser bij Rechtbank 's Gravenhage, 20 december 2006, KG ZA 06-1347, Watts Industries Netherlands tegen Nieuwenhuis Handelsonderneming B.V. (Douchekolom Ocean).
In zijn vonnis van 20 december 2006 in de zaak Watts/Nieuwenhuis overweegt de rechtbank over de vraag of het gebruik van het woord Ocean op onderstaande wijze inbreuk maakt op het woordmerk Ocean van eiseres:
“4.16. Naar voorlopig oordeel is er aanleiding om te veronderstellen dat Nieuwenhuis het teken Ocean gebruikt als een aanduiding inzake soort, bestemming of andere kenmerken van de douchekolom, met name doordat zij het teken Ocean hanteert als een modelaanduiding van een van de douchekolommen die zij onder het merk SANISCAPE in het verkeer brengt. Met het teken Ocean benadrukt zij de overvloedig ‘waterige’ bestemming van de waar.
4.17. Voorshands dient het gebruik van een aanduiding als Ocean als modelaanduiding van een douchekolom ook als een eerlijk gebruik in de handel, in de zin van artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE te worden aangemerkt. Hierbij weegt de voorzieningenrechter mee dat het merk OCEAN, als het al normaal gebruikt wordt, in elk geval geen bekend merk is en dat er geen enkele aanleiding is te veronderstellen dat door het gebruik van de modelaanduiding Ocean bij het publiek verwarring zal ontstaan met producten afkomstig van Watts Industries of dat het publiek zal gaan denken dat dit product, dat door Nieuwenhuis onder het merk SANISCAPE in het verkeer wordt gebracht, van Watts Industries of aan haar verbonden ondernemingen afkomstig is. Aan de eerlijkheid van het gebruik wordt ook bijgedragen doordat de aanduiding Ocean een gevoel oproept – het gevoel van een bruisende overvloed aan water - dat passend is bij een douchekolom”.
Commentaar:
De redenering is dat het gebruik van het woord ‘Ocean’ als ‘modelaanduiding’ geen merkinbreuk zou opleveren, omdat gedaagde “het teken Ocean gebruikt als een aanduiding inzake soort, bestemming of andere kenmerken van de douchekolom”. “Met het teken Ocean benadrukt zij de overvloedig ‘waterige’ bestemming van de waar”. Er is tevens sprake van “een eerlijk gebruik in de handel, in de zin van artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE”. “Aan de eerlijkheid van het gebruik wordt ook bijgedragen doordat de aanduiding Ocean een gevoel oproept – het gevoel van een bruisende overvloed aan water - dat passend is bij een douchekolom”.
De door de rechtbank gevolgde redenering lijkt mij onjuist. Tenzij gesteld en gebleken zou zijn dat ‘Ocean’ een in de handel gebruikelijke aanduiding is voor een bepaald type douchekolom, is artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE in dit geval naar mijn mening niet van toepassing.
Noch het benadrukken van “de overvloedig ‘waterige’ bestemming van de waar”, noch het oproepen van “het gevoel van een bruisende overvloed aan water - dat passend is bij een douchekolom” valt m.i. onder de reikwijdte van artikel 2.23 lid 1 sub b BVIE
DV
Lees het vonnis hier.