Duitsland: Toch geen omkering bewijslast
Bundesgerichtshof 15 maart 2012, I ZE 52/10 (Converse tegen MAWA Sportswear) - persbericht
Uitspraak ingezonden door Leonie Kroon, DLA Piper.
In navolging van IEF 9705 OLG Stuttgart en 9683 (LG Stuttgart) en in de serie Converse-uitpraken.
Duitsland. Bewijslastverdeling in het merkenrecht, waarin het OLG Stuttgart Converse belast met het bewijs dat de beweerdelijke inbreukmakende schoenen buiten de EU in het verkeer zijn gebracht (feitelijk omgekeerde bewijslast).
Het Bundesgerichthof oordeelt anders: het is aan de verweerder om te bewijzen dat het niet gaat om productvervalsingen, omdat regelmatig de toestemming van de merkenrechthouder ontbreekt. In uitzonderingsgevallen kan de merkenrechthouder hebben ingestemd met de nagemaakte waar, maar dat verandert niets aan de bewijslast die ook dan nog bij de inbreukmaker ligt. (onder 25)
De eiser kan geen duidelijkheid geven over de 'firmeneigenene Kodiering', daaruit volgt echter niet dat zij niet aan de secundaire bewijslast heeft voldaan. Zij hoeft namelijk geen bedrijfgeheimen daarvoor te openbaren. (onder 28)
Na de terugverwijzing zal het verweerder worden toegestaan bewijzen aan te brengen (onder 41)
LG Mannheim 21 maart 2012, Geschäftsnr. 22 o 36/11 (All Star D.A.CH GmbH tegen Globus)
Ook het LG Mannheim oordeelt over de bewijstlast dat deze berust bij de gedaagde (dat staat Van Doren/Lifestyle niet toe).
De Official Dealer Campagne van All Star D.A.CH is geen ontoelaatbaar systeem omdat All Star D.A.CH zowel aan deelnemers als niet-deelnemers levert. De licentieovereenkomst van Converse met haar Italiaanse distributeur die Globus had overgelegd, kan ook niet leiden tot een omkering van de bewijslast. Het is de Italiaanse distributeur toegestaan passief te verkopen. De Italiaanse distributeur mag ook geen verdere restricties opleggen aan haar klanten, welke klanten dus zowel actief als passief over grenzen mogen handelen.