Een afgegeven certificaat
Rechtbank ’s-Gravenhage, sector bestuursrecht, 23 september 2009, AWB 09/5528 OCT95Actavis Group HF en Octrooicentrum Nederland. 3e partij: E.I. Du Pont de Nemours and Company.
Octrooirecht. ABC-zaak. Eiser Actavis maakt bezwaar tegen de verlenging door het OCN van een ABC voor het geneesmiddel van derde partij Du Pont, omdat zij zelf met een generiek geneesmiddel op de markt wil komen. Het OCN wijst het bezwaar af en de rechtbank verklaart het beroep van eiser tegen deze afwijzing ongegrond.
3.1. In geschil is of de Verordening, meer in het bijzonder artikel 19, tweede lid, zich er tegen verzet dat een derde belanghebbende het besluit tot verlenging van de duur van een ABC aanvecht met gebruikmaking van de bestuursrechtelijke rechtsmiddelen van de Awb.
3.2. De bepaling van artikel 18 van de Verordening wordt beperkt door artikel 19, tweede lid, dat ‘oppositie’ tegen een besluit tot verlening van een certificaat expliciet uitsluit. Zou artikel 18 van de Verordening zo moeten worden gelezen dat de mogelijkheid van een bezwaar behalve voor de rechthebbende ook voor een derde belanghebbende openstaat, dan zou artikel 19, tweede lid van de Verordening zinledig zijn. (…)
3.3. In het verlengde van het vorenstaande heeft eiseres betoogd dat artikel 19, tweede lid, van de Verordening uitsluitend ziet op het verbod van oppositie tegen een ‘afgegeven certificaat’, en niet tegen de verlenging van een afgegeven certificaat. Dat standpunt is onjuist. Het ABC van Du Pont kwalificeert als een ‘afgegeven certificaat’ in de zin van artikel 19, tweede lid van de Verordening, waartegen geen oppositie kan worden ingesteld. Het feit dat verweerder de beschermingsduur van het certificaat op de voet van artikel 10, zesde en eerste lid, van de Verordening heeft verlengd, doet daaraan niet af.(…)
3.4. Het vorenstaande leidt tot de conclusie dat verweerder het bezwaar van eiseres terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard.
Lees de uitspraak hier.