Een lichte associatie met het woord Gras
Rechtbank Arnhem, 12 maart 2007, KG ZA 07-71. Metaforum B.V., Metafoor Ruimtelijke Ontwikkeling en Vastgoed B.V., Metafoor Software B.V tegen Buro Beeld B.V. & Vastenhout (met dank aan Michiel Rijsdijk, Van der Steenhoven).
Over beelden en metaforen. Gesteld auteursrecht op rekenprogramma en foldermateriaal, gestelde verwarring tussen de merken GRAS en FRIS. Stellig geen merkinbreuk, maar voor het overige is de voorzieningenrechter samenvattend van oordeel dat hij zich niet het voor een verantwoorde beslissing vereiste inzicht heeft kunnen verschaffen over de vraag of er sprake is van inbreuk op auteursrecht of slaafse nabootsing. En dat er dus ook nog geen ruimte is voor een volledige proceskostenveroordeling.
Metafoor, een consultant op het gebied van ruimtelijke ordening, maakt voor de grondexploitatieberekening gebruik van (onder meer) het rekensysteem met de naam GRAS, afkorting van Grondgebruikanalyse systeem. De naam `GRAS GrondgebruikAnalyseSysteem' is in 2004 als Benelux-woordmerk ingeschreven.
Buro Beeld richt zich ook op advisering aan de overheid op het gebied van ruimtelijke ordening. Bij Buro Beeld werken een aantal ex-medewerkers van Metafoor, waaronder ook gedaagde Vastenhout. Buro Beeld maakt voor de grondexploitatieberekening gebruik van het systeem genaamd FRIS, afkorting van Financieel Ruimtelijk Informatie Systeem.
Metafoor stelt dat FRIS een ongeautoriseerde verveelvoudiging is van het auteursrechtelijk beschermde computerprogramma GRAS van Metafoor. De uitdraai van een berekening met FRIS stemt visueel geheel overeen met een uitdraai van een berekening met GRAS. Ook de tekst op de website van Buro Beeld zou een verveelvoudiging van het promotiemateriaal van Metafoor zijn. Metafoor stelt ook dat het merk FRIS visueel, auditief en begripsmatig overeenstemt met het merk GRAS.
Auteursrecht
De voorzieningrechter kan, zo te lezen wellicht een beetje met het oog op het Technip-criterium, nog niet met zekerheid te zeggen of er sprake is van een auteursrechtelijk beschermd werk. “ Duidelijk is dat voor GRAS gebruik wordt gemaakt van reeds bestaande computerprogramma's, zoals Microsoft Excel en Acces, zodat geen van beide partijen een beroep op oorspronkelijkheid kan doen, voor zover de opbouw, volgorde en / of lay-out van GRAS en FRIS zijn bepaald door deze bestaande programma's. De voorzieningenrechter sluit echter niet uit dat zowel (het oudere-IEF) RM 97 en RM 2000 als GRAS als een zodanig oorspronkelijke samenvoeging, selectie of bewerking van diverse functionaliteiten kunnen worden gezien dat daarin de persoonlijke, subjectieve visie oftewel het `persoonlijke stempel' van Schreurs en Vastenhout (en in GRAS wellicht ook van Romkes) tot uitdrukking wordt gebracht. Ook sluit de voorzieningenrechter niet uit dat aan GRAS ten opzichte van RM 97 en RM 2000 nieuwe elementen zijn toegevoegd op zodanige wijze dat GRAS moet worden gezien als een nieuw, oorspronkelijk werk en als een zelfstandig werk in de zin van artikel 10, tweede lid, Aw. In dit kort geding is dit echter op basis van de stellingen en de toelichtingen van partijen en de in het geding gebrachte stukken nog niet met voldoende zekerheid vast te stellen om, al is het maar voorlopig, een uitsluitend recht aan te nemen en een verbod tot gebruik van een soortgelijk rekenmodel of programma te rechtvaardigen. Daarvoor is nader feitenonderzoek nodig, waarbij getuigen moeten worden gehoord, en waarvoor mogelijk een deskundigenbericht nodig is.”
Werkgeversauteursrecht
Ook over een mogelijk artikel 7 Aw werkgeversauteursrecht is volgens de voorzieningenrechter nog niets met zekerheid te zeggen. “De voorzieningenrechter stelt vast dat Schreurs en Vastenhout eventuele auteursrechten op GRAS of eerdere rekenmodellen niet bij akte overeenkomstig artikel 2 Aw aan Metafoor hebben overgedragen en daarover ook geen afspraken hebben gemaakt met Metafoor. (…)De door Metafoor overgelegde arbeidsovereenkomsten met Schreurs en Vastenhout bieden onvoldoende aanknopingspunten voor het oordeel dat het (door)ontwikkelen van het systeem GRAS tot de taak van Schreurs en Vastenhout behoorde en dat Metafoor zeggenschap had over de vorm waarin het systeem tot stand zou komen.” Ook de feitelijke situatie (betaalde overuren etc. is onvoldoende helder.
Auteursrechten op promotiemateriaal.
Partijen zijn het erover eens dat het folder- / promotiemateriaal een auteursrechtelijk beschermd werk in de zin van artikel 10 Aw is, en dat de tekst over het systeem FRIS daarmee grotendeels overeenstemt of zelfs identiek is. Wel betwisten Buro Beeld c.s. dat de auteursrechten daarop aan Metafoor toekomen. Vastenhout zou de tekst hebben bedacht en geschreven, zonder daartoe de opdracht van Metafoor te hebben gekregen. Ook hier is de voorzieningenrechter van oordeel dat onvoldoende duidelijk is geworden of het schrijven van het foldermateriaal in dienst van Metafoor tot de taak van Vastenhout behoorde, zodat de voorzieningenrechter ook op dit punt zonder nader onderzoek geen oordeel kan geven.
Merkinbreuk
Op het punt van merkinbreuk is de voorzieningenrechter wel stellig: “Het op dit punt op zichzelf correcte betoog van Metafoor, namelijk dat de aanwezige verschillen tussen merk en teken worden gecompenseerd door de grote mate van overeenstemming tussen de beide rekensystemen, waardoor toch verwarring kan ontstaan bij de gebruikers, gaat naar voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter in dit geval niet op. Voor het risico op verwarring zijn de visuele, auditieve en begripsmatige verschillen tussen enerzijds het woordmerk GRAS en anderzijds het teken FRIS te groot. De visueel en auditief overeenstemmende tweede letter R en vierde letter S en het gebruik van hoofdletters vormen daarvoor onvoldoende grondslag. Mogelijk roept het woord FRIS een lichte associatie op met het woord GRAS, maar naar voorlopig oordeel in dit geval onvoldoende om te kunnen spreken van verwarring en dus merkinbreuk. in de zin van artikel 2.20 lid 1, sub b van het Benelux Verdrag Intellectuele Eigendom (BVIE). Daarbij speelt een rol dat GRAS en FRIS afkortingen zijn van Grondgebruik Analyse Systeem respectievelijk Financieel Ruimtelijk Informatie Systeem, hetgeen duidelijk in het promotiemateriaal en op de website wordt vermeld en hetgeen het risico op verwarring verkleint.”
Slaafse nabootsing.
“Met betrekking tot dit beroep is de voorzieningenrechter van oordeel dat Metafoor onvoldoende heeft onderbouwd dat Buro Beeld c.s. evengoed een andere weg hadden kunnen inslaan zonder afbreuk te doen aan de deugdelijkheid en bruikbaarheid van het rekensysteem. Het is de voorzieningenrechter, mede in het licht van de eerder door Schreurs en Vastenhout ontwikkelde rekenmodellen RM 1997 en RM 2000, onvoldoende duidelijk geworden of het product wel voldoende onderscheidend is en welke (technische) elementen strikt noodzakelijk zijn voor de deugdelijkheid en de bruikbaarheid van het systeem en welke elementen niet.”
Samenvattend is de voorzieningenrechter van oordeel dat hij zich niet het voor een verantwoorde beslissing vereiste inzicht heeft kunnen verschaffen over de vraag of er sprake is van inbreuk op auteursrecht of slaafse nabootsing. De voorzieningenrechter wijst de vorderingen af, waarbij ook meespeelt dat er al een bodemprocedure aanhangig over dit en een veel meer omvattend geschil tussen partijen.
Proceskosten.
“Buro Beeld en Vastenhout hebben gevorderd om bij een afwijzend vonnis Metafoor te veroordelen in de volledige feitelijke door hen gemaakte proceskosten in de zin van artikel 14 van de Richtlijn 2004/48/EG betreffende de handhaving van intellectuele eigendomsrechten. De voorzieningenrechter stelt vast dat in beginsel ook de eisende partij die vergeefs een beroep doet op IE-rechten in de volledige proceskosten kan worden veroordeeld, nu artikel 14 van deze handhavingsrichtlijn spreekt van `de in het ongelijk gestelde partij'. Hierboven is echter al gebleken dat het gelijk in dit kort geding deels in het midden blijft, omdat de voorzieningenrechter zich in dit kort nog niet het vereiste inzicht heeft kunnen verschaffen voor een verantwoorde beslissing over de gestelde auteursrechtinbreuk dan wel de gestelde slaafse nabootsing. In dat Licht, terwijl dit kort geding in feite een deelproces vormt van een veel omvangrijkere bodemprocedure, verzet de billijkheid zich, naar het oordeel van de voorzieningenrechter, in dit kort geding tegen een volledige proceskostenveroordeling van Metafoor. Metafoor zal als de deels in het ongelijk gestelde partij op de gebruikelijke wijze door vaststelling van een forfaitair bedrag worden veroordeeld in de proceskosten van Buro Beeld en Vastenhout.”
Lees het vonnis hier.