Een overeenkomst
Rechtbank Amsterdam, 25 januari 2007, KG ZA 06-2262 PEE/MV. X tegen C. en tegen Y & G.. (met dank aan Patrick Koerts, Trip).
Geschil over een Benelux-merkregistratie. Na productontwikkeling, merkregistratie, licentie, relatiebreuk, overdracht, overlijden en vererven is het onduidelijk wie er eigenlijk beschikkingsbevoegd was en is met betrekking tot het merk. De rechtbank stelt dat een nader onderzoek naar de feiten nodig is en dat het kort geding zich daarvoor niet leent. De vorderingen worden afgewezen, waarbij de volgende overweging van de rechtbank relevant is voor de IE-praktijk:
“Er is geen aanleiding X te veroordelen in de reëel gemaakte proceskosten (conform Richtlijn 2004/48/EG). zoals betoogd door de raadsman van C. De richtlijn richt zich op geschillen over intellectuele eigendom, terwijl er in het onderhavige geval in feite een geschil is over het tot stand komen van een overeenkomst. Derhalve dient over de kosten niet anders te worden geoordeeld dan gebruikelijk in geschillen die een overeenkomst betreffen.”
Lees het vonnis hier.