Een profijtelijke exploitatie van de 'vinding'
Gerechtshof Arnhem, 15 september 2009, LJN: BJ7861, Vipsnet B.V.,Marter B.V. c.s. tegen Loyalty.eu B.V. & MyKey Company B.V.
Octrooilicentie. Hof vernietigt het vonnis waarvan beroep (Rechtbank Zwolle, 23 juni 2009, IEF 8153). Licentie- en participatieovereenkomst zijn wèl duurovereenkomsten en zijn wèl geldig opgezegd. De activiteiten van licentiegever, de zelfstandige exploitatie van het ‘octrooi’, zijn derhalve níet in strijd met een overeenkomst en de brief van licentienemer over deze activiteiten is derhalve wèl onrechtmatig. Octrooi zelf speelt een wat ondergeschikte rol: “Ten pleidooie kon geen van partijen desgevraagd een (deugdelijk onderbouwd) antwoord geven op de vraag of er op dit moment sprake is van enig (geldig) octrooi.”
7. De voorzieningenrechter heeft het door Vipsnet c.s. gevorderde afgewezen, in essentie met de volgende overwegingen. De participatie- noch de licentieovereenkomst kan worden aangemerkt als een duurovereenkomst. Deze overeenkomsten moeten worden gekwalificeerd als overeenkomsten waarbij twee (of meer) éénmalige prestaties tegenover elkaar staan, terwijl de overeenkomsten geen (op de huidige situatie toepasselijke) opzeggingsregeling bevatten en evenmin naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid moet worden geoordeeld dat (verdere) nakoming door Vipsnet c.s. onaanvaardbaar moet worden geacht. De conclusie daaruit is dat de opzeggingen door Vipsnet c.s. geen doel hebben getroffen en dat beide overeenkomsten tussen partijen nog onverkort gelden. Nu naar het oordeel van de voorzieningenrechter het handelen van Vipsnet c.s. een schending oplevert van de bepalingen van deze overeenkomsten, kan niet worden geoordeeld dat Loyalty c.s. met het zenden van de brieven onrechtmatig jegens Vipsnet c.s. heeft gehandeld aangezien de in die brieven vervatte mededelingen noch als onjuist noch als onvolledig kunnen worden gekwalificeerd.
(…) 9. Zowel de licentie- als de participatieovereenkomst geven naar het voorlopig oordeel van het hof aanleiding om deze te kwalificeren als duurovereenkomsten. Immers strekt de licentieovereenkomst, gezien de hieronder - voor zover thans relevant - zakelijk weergegeven gedeelten van haar inhoud, onder meer tot het opzetten en ontwikkelen van een profijtelijke exploitatie van de "vinding" van Vipsnet c.s. door Loyalty c.s., waartegenover staat dat Loyalty c.s. aan Vipsnet c.s. een "lumpsum" ad € 75.000,-- is verschuldigd en voorts de plicht op zich neemt tot instandhouding en bescherming van de vinding en zo nodig de uitbreiding van die bescherming tot andere landen. In vergelijkbare zin spreekt de participatieovereenkomst onder meer van een samenwerking om het in Loyalty c.s. te exploiteren "octrooi" van Vipsnet c.s. tot een succes te maken, waartoe alle partijen zich verplichten tot het zich onthouden van zelfstandige activiteiten die "gelijk zijn aan of in het verlengde liggen" van de activiteiten van Loyalty c.s..
(…) 11. Ook de vraag of de onderhavige duurovereenkomsten door Vipsnet c.s. op geldige wijze zijn opgezegd, wordt door het hof voorshands bevestigend beantwoord. Immers blijkt uit de onweersproken gebleven inhoud van de desbetreffende opzeggingsbrieven dat Vipsnet c.s. daarbij steeds een termijn van drie maanden in acht heeft genomen, terwijl van de zijde van Loyalty c.s. niet gemotiveerd is aangevoerd dat - en op welke grond(en) - een dergelijke termijn in de gegeven omstandigheden te kort zou zijn dan wel dat de aard van de duurovereenkomsten om enigerlei reden, die niet is gegeven, zich zou verzetten tegen de opzegging. Met inachtneming van de relatief korte duur van het bestaan van de betreffende overeenkomsten op het tijdstip van de opzegging daarvan, kan het hof - gelet op de omstandigheden van het geval zoals deze ten processe zijn gebleken en mede gezien de belangen van partijen over en weer - niet tot het voorlopig oordeel komen dat een andere (langere) opzeggingstermijn en/of enigerlei compensatie voor het door Loyalty c.s. als gevolg van de opzegging te lijden nadeel, passend zou zijn geweest. Voor een nader onderzoek omtrent een en ander biedt de procedure in kort geding geen gelegenheid.
12. De conclusie uit het voorgaande is voorshands dat de inhoud van de door Loyalty c.s. aan relaties van Vipsnet c.s. gezonden brieven waarin tot uiting wordt gebracht - in essentie weergegeven - dat Vipsnet c.s. in strijd handelt met de exclusieve rechten van Loyalty c.s. uit de licentieovereenkomst door het zelfstandig exploiteren van het "octrooi", op onjuiste grond berust en als onrechtmatig jegens Vipsnet c.s. heeft te gelden. Loyalty c.s. had derhalve de onderhavige brieven niet aan de relaties van Vipsnet c.s. mogen verzenden.
Lees het arrest hier.