Eerst even voor jezelf lezen
1- Gerechtshof Amsterdam, 13 november 2007, rolnr. 2007.00438, Simply Colors tegen Simply Small VOF(met dank aan Fleur Folmer, NautaDutilh).
Voor de liefhebbers van Davidoff/Gofkid: “Hoewel artikel 2.20 lid 1 sub c daarbij een paar keer genoemd wordt, speelt het in deze grieven geen afzonderlijke rol. Het hof stelt voorop dat het in de onderhavige zaak ook niet met succes een zelfstandige rol kan spelen nu deze bepaling gaat over het gebruik van een teken voor waren of diensten die niet soortgelijk zijn aan die waarvoor het merk is ingeschreven, terwijl tussen partijen vaststaat dat Simply Small het teken gebruikt voor waren die dat wel zijn.”
Lees het arrest hier.
2- Gerechtshof ’s-Gravenhage, 15 november 2007, rolnr. 04/1662, Bach Flower Remedies Ltd. tegen Healing herbs Ltd.(met dank aan Charles Gielen, NautaDutilh).
“Het bovenstaande brengt mee dat de aanduidingen THE BACH REMEDIES, BACH EN BACH FLOWER REMEDIES beschrijvend /soortnamen zijn voor waren en diensten bestaande uit of betrekking hebbend op bloesem- en bloesemremedies, vervaardigd volgens de methode van dr. Bach en de woordmerken bestaande uit de uitdrukkingen in zoverre elk onderscheidend vermogen missen. (…) Flower Remedies biedt aan de gestelde inburgering te bewijzen door onder meer marktonderzoek en getuigenverhoren. Het hof zal Flower Remedies toelaten tot het bewijs van deze stelling en de zaak naar de rol verwijzen (…).”
Lees het arrest hier.
3- GvEA, 20 november 2007, zaak T-458/05, Tegometall International AG tegen OHIM / Wuppermann AG.
Aanvraag voor gemeenschapswoordmerk TEK, nietigverklaringsprocedure. “Gelet op het concrete en rechtstreekse verband tussen het woordteken TEK en de rekken, onderdelen van rekken en hangmanden van metaal en niet van hout, heeft de kamer van beroep dus terecht geoordeeld dat het woordteken TEK op grond van artikel 7, lid 1, sub c, van verordening nr. 40/94 geen gemeenschapsmerk kan vormen.”
Lees het arrest hier.
4- Rechtbank ’s-Gravenhage, 10 oktober 2007, LJN: BB8243, Agio Sigarenfabrieken N.V. tegen De Staat Der Nederlanden.
“Het voorgaande voert tot de conclusie dat de uitstalling van doosjes sigaren in sobere dispensers op de toonbank van benzinestations een vorm van 'reguliere presentatie' is als bedoeld in artikel 5 lid 3, aanhef en onder b van de Tabakswet. De rechtbank zal dit voor recht verklaren. De onder (ii) van het petitum gevorderde verklaring voor recht is - zo geformuleerd - niet toewijsbaar nu deze tevens lijkt in te houden dat uitstalling tegen een achtergrond met afbeelding en/of wervende tekst is toegestaan, terwijl op grond van artikel 5 lid 3, aanhef en onder b van de Tabakswet slechts een neutrale achtergrond geoorloofd is.”
Lees het vonnis hier.