Eerst even voor jezelf lezen
1- GvEA, 10 October 2007, zaak T-460/05, Bang & Olufsen A/S tegen OHIM.
Weigering vormmerk luidspreker: “Even if the existence of specific or original characteristics does not constitute an essential condition for registration, the fact remains that their presence may, on the other hand, confer the required degree of distinctiveness on a trade mark which would not otherwise have it. (…) In the light of all (of) the foregoing considerations, it must be concluded that, by taking the view that the trade mark applied for was devoid of any distinctive character, the Board of Appeal misconstrued the wording of Article 7(1)(b) of Regulation No 40/94 from which it follows that a minimum degree of distinctive character is sufficient to render inapplicable the ground for refusal set out in that article. The contested decision must therefore be annulled.”
Lees het arrest hier (beschikbaar in alle EU-talen met uitzondering van het Nederlands).
2- Rechtbank van koophandel Brussel, 21 september 2007, A.R. 4851/06, VLAM?VEBIC tegen NV Ceres (met dank aan Nicolas Clarembeaux, Altius).
Belgische Benelux-merkenzaak. Wakkere Bakker tegen Warme Bakker.
Lees het vonnis hier.
3- Rechtbank ’s-Gravenhage, 10 oktober 2007, KG ZA 07-1000, On Track Innovations Ltd. Tegen Smartrac N.V.
Pools en Chinees recht. “Deze zaak heeft (uitsluitend) betrekking op beweerdelijk onrechtmatige mededelingen in de markt door Smartrac. Stellende dat Smartrac in de "to whom it may concern" brief en de brief van 7 augustus 2007 aan FRI beweringen en/of suggesties heeft gedaan die onjuist, inaccuraat, misleidend en daarom onrechtmatig zijn, vordert OTI – samengevat – uitvoerbaar bij voorraad een grensoverschrijdend verbod tot het doen van onrechtmatige mededelingen.”
Lees het vonnis hier.