Gepubliceerd op vrijdag 4 juli 2008
IEF 6399
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

En deze ook

Gerechtshof Amsterdam, 3 juli 2008, LJN: BD6223, Leaseweb B.V. tegen Stichting Bescherming Rechten Entertainment (BREIN).

Kort geding.  De website Everlasting.nl faciliteert het up- en downloaden van bestanden met film-, muziek- en andere auteursrechtelijk beschermde werken. Het hof bekrachtigt het vonnis van de voorzieningenrechter te Amsterdam waarbij de provider Leaseweb op vordering van de stichting Brein op straffe van verbeurte van een dwangsom is veroordeeld Everlasting.nl van het internet te verwijderen en de NAW-gegevens van de houder van deze website te verschaffen.

Lees het arrest hier.

GvEA, 2 juli 2008, zaak T-186/07, Ashoka tegen OHIM(Nederlandse versie nog niet beschikbaar).

Weigering woordmerk DREAM IT, DO IT! “27.  It should be borne in mind, secondly, that the trade mark applied for consists of two short orders (‘dream it’ and ‘do it!’), which, placed one after the other and separated by a comma, form a grammatically and syntactically correct sequence, which is logically coherent and will be noticed immediately by the relevant English-speaking public. As the Board of Appeal correctly stated at paragraph 18 of the contested decision, having regard to the meaning, in English, of the trade mark applied for, it is undeniable that the relevant English-speaking public will see it as an invitation or an encouragement to achieve their dreams and will understand the message that the services covered by that trade mark will allow them to realise their dreams. The Board of Appeal was also correct to hold, at paragraph 27 of the contested decision, that the presence of an exclamation mark at the end of the trade mark applied for does not alter that finding, since imperative phrases regularly end with that punctuation mark, the use of which is insufficient to confer the minimum distinctive character on an ordinary promotional slogan.”

Lees het arrest hier

GvEA, 2 juli 2008, zaak T-340/06, Stradivarius España, SA tegen OHIM / Cristina Ricci.

Oppositiezaak. Aanvraag gemeenschapsbeeldmerk Stradivari 1715, oppositie o.g.v. ouder egemeenschapsbeeldmerken Stradivarius. Oppositie afgewezen. Geen gevaar voor verwarring.

“57. En troisième lieu, s’agissant de la comparaison conceptuelle des deux signes, il convient de rappeler que le consommateur moyen établira un lien entre l’élément verbal des marques antérieures et Antonio Stradivari ou ses violons (voir point 35 ci-dessus). En revanche, ce consommateur ne reconnaîtra pas sa signature dans la marque demandée et le contexte des produits visés ne lui permettra pas non plus d’établir un lien similaire (voir points 37 et 38 ci-dessus). De même, il y a lieu de considérer que le nombre « 1715 » ne permettra d’établir un lien avec le violon crémonais que pour les initiés. Ainsi, il convient d’estimer que le signe demandé ne permet pas au public ciblé d’établir un lien avec Antonio Stradivari ou ses violons et que, dès lors, les deux signes ne présentent pas de similitude conceptuelle.”

Lees het arrest hier.