Gepubliceerd op donderdag 18 januari 2007
IEF 3278
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Escrito de Oposición

clv.gifGvEA EG, 16 januari 2007, zaak T-53/05. Calavo Growers Inc tegen OHIM / Luis Calvo Sanz, SA

Oppositieprocedure. Ontvankelijkheid oppositie. Motivering van oppositie in andere taal dan proceduretaal.

Luis Calvo Sanz, SA vraagt in maart 2001 een Gemeenschapsmerkregistratie aan bij het OHIM voor het woord-/beeldmerk CALVO, voor de klassen 29, 30 en 31. Hiertegen wordt door Calavo Growers, Inc. oppositie ingesteld op basis van het oudere Gemeenschapswoordmerk Calavo.

Het oppositiebezwaarschrift bestond uit twee delen. Het eerste deel, een in het Spaans opgesteld “Escrito de Oposición” in de vorm van een formulier waarin de nummering en de benaming van de rubrieken van het officiële formulier van het OHIM waren overgenomen, waarbij de rubriek “Taal van de oppositie” de vermelding “ES” bevatte. Deel twee, in het Engels gesteld, bestond uit de “Notice of Opposition”, zijnde drie pagina’s tekst waarin onder de kop “99 Explanations of grounds” de gronden van de oppositie werden uiteengezet.

De oppositie wordt gedeeltelijk toegewezen. Echter, nu de proceduretaal Spaans is en de “Uiteenzetting van gronden” in het Engels was opgesteld, rijst de vraag in hoeverre de oppositie ontvankelijk mocht worden verklaard en, indien deze ontvankelijk is, in hoeverre het OHIM bij haar beslissing rekening mag houden met de gestelde feiten en argumenten voor zover deze niet in de proceduretaal zijn opgesteld.


De kamer van beroep verweet de oppositieafdeling schending van het “lijdelijkheidsbeginsel”, volgens hetwelk de partijen de inhoud van het geding aandragen, alsmede schending van het beginsel van „equality of arms”, volgens hetwelk het OHIM de feiten niet ambtshalve mag onderzoeken. De Kamer eindigt met de vaststelling dat de uit de niet-naleving van dit procedurele vereiste voortvloeiende sanctie, te weten de ongegrondverklaring van de oppositie, dient te worden toegepast.


Na de beslissing van de Kamer van Beroep oordeelt het Gerecht als volgt:


“Een onderzoek van deze beslissing (van de oppositieafdeling, IEF) toont immers aan dat alle feitelijke gegevens waarop de oppositieafdeling zich heeft gebaseerd, haar ter beschikking stonden zonder dat een beroep hoefde te worden gedaan op de in het Engels gestelde uiteenzetting van de gronden, waaromtrent in de bestreden beslissing uitdrukkelijk wordt vastgesteld dat deze niet in aanmerking kon worden genomen.” (r.o. 62)


“Vaststaat dat dit onderzoek (…) strikt blijft binnen het kader van hetgeen de oppositieafdeling als gevolg van verzoeksters vordering diende te onderzoeken, te weten het gevaar voor verwarring. Dit onderzoek kon alleen gebeuren op basis van een vergelijking van de litigieuze tekens en van de betrokken waren. Alle informatie met betrekking tot deze twee criteria was evenwel opgenomen in de merkaanvraag, de inschrijving van het oudere merk en het Formulier, zonder dat een beroep hoefde te worden gedaan op verzoeksters Uiteenzetting van de gronden of op andere informatiebronnen.” (r.o. 66)


“Uit het voorgaande volgt dat de oppositieafdeling haar bevoegdheden niet heeft overschreden door verzoeksters oppositie niet ongegrond te verklaren wegens het ontbreken van een vertaling van de Uiteenzetting van de gronden. Derhalve heeft de kamer van beroep blijk gegeven van een onjuiste rechtsopvatting door de beslissing van de oppositieafdeling te vernietigen en de oppositie ongegrond te verklaren.” (r.o. 68)


Lees het arrest hier.