Europees Octrooibureau publiceert
Al op 6 juli 2004 heeft de Technische Kamer van Beroep van het Europese Octrooibureau beslist over de geldigheid van het "Oncomouse" of "Harvard muis" octrooi EP 0 169 672. Tot nog toe was alleen de beslissing zelf bekend, maar niet de gronden van de beslissing. Deze zijn op 18 maart jl. eindelijk door de Technische Kamer van Beroep vrijgegeven in een 151 pagina's tellend document.
Het Harvard muisoctrooi had in haar oorspronkelijke vorm betrekking op een "werkwijze voor de productie van transgene zoogdieren" die als gevolg van genetische modificatie kankercellen ontwikkelen. Het octrooi, dat al in 1985 werd aangevraagd en op naam staat van The President and Fellows of Harvard College, heeft sinds de verlening veel stof doen opwaaien, met name vanwege de ethische bezwaren die bij veel mensen bestaan ten opzichte van genetische modificatie, in het bijzonder genetische modificatie van (zoog)dieren. Tegen de verlening van het octrooi is door 17, voor een groot deel ideeële organisaties, oppositie ingesteld.
De oppositie-afdeling van het Europese had het octrooi al beperkt tot "transgene knaagdieren". De Technische Kamer van Beroep heeft het octrooi nog verder beperkt tot "transgene muizen."
In de beslissing besteedt de Technische Kamer van Beroep uitgebreid aandacht aan de nieuwe toets die geldt onder artikel 53 sub a Van het Europees Octrooiverdrag, dat een uitzondering geeft op octrooieerbaarheid wanneer een uitvinding in strijd is met de openbare orde of met de goede zeden. Onder invloed van de biotechnologierichtlijn (Richtlijn 98/44/EG) zijn de Implementing Regulations van het Europees Octrooiverdrag uitgebreid met een nieuwe toets (Rule 23d, sub d) die geldt voor biotechnologische uitvindingen die betrekking hebben op de genetische modificatie van dieren.
Ons zijn nog geen (officiële) commentaren bekend op de gronden van de beslissing. Waarschijnlijk hebben de specialisten nog even de tijd nodig om de beslissing te lezen.