30 aug 2023
Uitspraak ingezonden door Mathijs Peijnenburg en Moïra Truijens, Hoogenraad & Haak.
Fruugo komt recht op platformvrijstelling toe
Rechtbank Den Haag 30 augustus 2023, IE 21645; Zaaknummer C/09/622304/HA ZA 21-1105 (Audi en Volkswagen/Fruugo) In dit geschil stellen Audi en Volkswagen (hierna: Audi c.s.) dat Fruugo merkinbreuk pleegt door inferieure namaakproducten op haar online platform te verkopen. Audi c.s. heeft een sommatie aan Fruugo gestuurd, waarop Fruugo heeft gereageerd met de stelling dat zij een neutraal online verkoopplatform is waarop producten niet door Fruugo, maar door onafhankelijke verkopers worden verkocht. Diezelfde dag heeft Fruugo de toegang tot alle Audi- en Volkswagenproducten geblokkeerd en aan Audi c.s. de contactinformatie van haar verkopers die deze producten aanbieden aangeboden. Audi vordert een staking van de inbreuk, of het faciliteren daarvan, en softwaremaatregelen te implementeren die de aanbiedingen van inbreukmakende producten beëindigen en voorkomen.
Audi c.s. legt aan haar vordering ten grondslag dat Fruugo bij haar advertentiecampagnes zonder toestemming gebruikmaakt van de merken van Audi c.s., dan wel dat zij onrechtmatig handelt door merkinbreuken door anderen te faciliteren. Fruugo verweert zich. Tussen partijen is niet in geschil dat de retailers merkinbreuk hebben gemaakt. De vraag is of Fruugo verantwoordelijk kan worden gehouden voor de merkinbreuken die op of via haar platform hebben plaatsgevonden. De rechtbank komt tot de conclusie dat dit niet kan. Fruugo maakt zelf geen gebruik van de merken. Met het woord ‘gebruik’ wordt gedoeld op een actieve gedraging die gepaard gaat met (in)directe controle. Ook heeft Fruugo geen controle over de reclame die geplaatst wordt. Ten aanzien van de vraag of Fruugo onrechtmatig handelt door anderen in de gelegenheid te stellen om inbreuk te maken op de intellectuele eigendomsrechten van Audi c.s. geeft de rechtbank aan dat Fruugo een beroep op de platformvrijstelling toekomt. Zij voldoet aan de gestelde eisen, nu zij over een notice and takedown procedure beschikt. Vooruitlopend op de DSA stelt de rechtbank dat Fruugo ook onder deze verordening een beroep op deze vrijstelling toekomt. De rechtbank wijst de vorderingen van Audi c.s. af.
4.34. Ter zitting heeft Audi es. als (slot)betoog nog aangevoerd dat genoemde aansprakelijkheidsvrjstelling niet meer van deze tijd is omdat onder de noemer van een “neutraal platform” een verdienmodel kan worden gemaakt van het laten aanbieden van inbreukmakende waren. Daar is voor merkhouders niet tegenop te boksen, aldus Audi c.s. De rechtbank overweegt daarover dat, wat er verder ook zij van de juistheid van dat betoog van Audi c.s., het aan de (Europese) wetgever is om al dan niet paal en perk te stellen aan de aansprakelijkheid van onlineplatforms. Gelet op de Digitaledienstenverordening, meer in het bijzonder artikel 6 daarvan, waarin de aansprakeljkheidsvrijstelling voor hostingproviders in wezen onveranderd (ten opzichte van artikel 14 REH) is opgenomen, heeft de wetgever kennelijk nog geen aanleiding gezien om die vrijstelling — waarvan ook onlinemarktplaatsen kunnen profiteren, mits zij aan de daarin gestelde voorwaarden voldoen — anders vorm te geven. Het is in die omstandigheden niet aan de rechter om daarover (anders) te oordelen en in de door de wetgever te maken belangenafweging te treden.