Geacht moet worden nooit te hebben bestaan
Rechtbank 's-Gravenhage 11 januari 2012, LJN BV0719 (Document Security Systems tegen Joh. Enschedé Banknotes c.s.)
Octrooirecht. In navolging van IEF 5801 (Rb) en IEF 9302(Hof) waarin het hof komt tot de slotsom dat conclusie 1 van het octrooi niet wordt gedekt door de inhoud van de ingediende octrooiaanvraag en het Europese octrooi van DSS vernietigt op grond van art. 75 lid 1 sub c ROW 1995 wegens toegevoegde materie.
Door het de in kracht van gewijsde gegane arrest van het Hof, is de vernietiging onherroepelijk en worden alle inbreukvorderingen worden afgewezen. In reconventie wordt de gevorderde vernietiging van een deel onmogelijk, omdat dit deel niet meer bestaat en geacht moet worden nooit te hebben bestaan.
4.1. Het in 2.2. bedoelde arrest is in kracht van gewijsde gegaan. Daarmee is de vernietiging van het Nederlandse deel van EP 750 onherroepelijk geworden. Dit betekent dat het Nederlandse deel wordt geacht van de aanvang af geheel niet de in de artikelen 53, 53a, 71, 72 en 73 bedoelde rechtsgevolgen te hebben gehad. Bij gebreke van enig uitsluitend recht, stuiten de vorderingen in conventie daarop af.
4.2. DSS dient als de in het ongelijk gestelde partij in conventie te worden aangemerkt. Zij wordt mitsdien veroordeeld in de kosten van de procedure in conventie.
4.3. In reconventie komt de gevorderde vernietiging van het Nederlandse deel van EP 750 niet voor toewijzing in aanmerking nu ook hier geldt dat – kort gezegd – dit deel niet meer bestaat en geacht moet worden nooit te hebben bestaan.
Lees het vonnis hier (grosse HA ZA 10-1162 en LJN)