Gepubliceerd op woensdag 10 oktober 2018
IEF 18015
Hof Den Haag ||
9 okt 2018
Hof Den Haag 9 okt 2018, IEF 18015; ECLI:NL:GHDHA:2018:2607 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation), https://delex.nl/artikelen/geen-bevoegdheid-nederlandse-rechter-octrooiprocedure-salahieh-octrooifamilie

Geen bevoegdheid Nederlandse rechter octrooiprocedure "Salahieh octrooifamilie"

Hof Den Haag 9 oktober 2018, IEF 18015 (Boston Scientific Scimed tegen Edwards Lifesciences Corporation) Procesrecht. Partijen zijn sinds 2016 verwikkeld in octrooiprocedures over met behulp van een katheter implanteerbare kunstmatige hartkleppen, de ‘Salahieh octrooifamilie'. Boston Scientific heeft in toevoeging van de octrooifamilie EP 2 985 006 A1 aangevraagd. Geïntimeerde heeft het EOB verzocht de verleningsprocedure te schorsen, plus een opeisingsprocedure aanhangig gemaakt bij het Verwaltungsgericht München, waarbij zij de mede-eigendom claimt. Het EOB heeft de verleningsprocedure geschorst. Boston Scientific voert aan dat Lifesciences Corporation onrechtmatig jegens haar handelt door het bij het EOB indienen van een verzoek tot schorsing in de wetenschap dat de daaraan ten grondslag liggende opeisingsactie in Duitsland kansloos is. Daardoor lijdt zij schade: ze krijgt niet het Europese octrooi. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. De voorzieningenrechter verklaarde zich echter onbevoegd op grond van hetzelfde artikel. Het hof gaat daar in mee. De vordering van Boston Scientific is ook gericht om de schorsing van de verleningsprocedure bij het EOB op te heffen. Nu het gaat om een verdragsrechtelijk systeem van bevoegdheidstoedeling, waarbij de aan de orde zijnde bevoegdheid bij verdrag is toegekend bij de door dat verdrag in het leven geroepen supranationale organisatie, ligt onbevoegdverklaring immers het meest voor de hand (en niet niet-ontvankelijkverklaring).

4. Aan haar vorderingen heeft Boston Scientific ten grondslag gelegd dat [geïntimeerde] jegens haar onrechtmatig handelt door het bij het EOB indienen, en continueren, van een verzoek tot schorsing van de octrooiverleningsprocedure van EP A 006 in de wetenschap dat de daaraan ten grondslag liggende opeisingsactie in Duitsland kansloos is. Daardoor lijdt Boston Scientific schade: zij krijgt nu niet het Europese octrooi. [geïntimeerde] heeft Boston Scientific het onmiddellijke genot van dit intellectuele-eigendomsrecht in (onder meer) Nederland ontnomen; derden, waaronder [geïntimeerde] , hoeven niet langer rekening te houden met dit octrooi en daarmee is Boston Scientific een krachtig wapen in de concurrentiestrijd uit handen geslagen, aldus Boston Scientific. Zij betoogt dat de Nederlandse rechter daarom als rechter van de plaats van de schade (forum damni) bevoegd is op grond van art. 6 sub e Rv. [geïntimeerde] heeft de internationale bevoegdheid van de Nederlandse rechter betwist.

5. De voorzieningenrechter heeft zich in het bestreden vonnis onbevoegd verklaard tot kennisname van de vorderingen van Boston Scientific. Daartoe overwoog hij kort gezegd dat art. 6 sub e Rv de Nederlandse rechter in dezen geen bevoegdheid verschaft.

17. De vordering van Boston Scientific is er in feite op gericht deze besluitvorming, die volgens het EOV is voorbehouden aan het EOB, over te hevelen naar de Nederlandse civiele rechter, van wie wordt gevraagd om dezelfde afweging te maken als het EOB, op grond van in essentie dezelfde argumenten van partijen, met (via de omweg van een mededeling door [geïntimeerde] ) hetzelfde resultaat, te weten opheffing van de schorsing van de verleningsprocedure. Boston Scientific vraagt in feite aan de Nederlandse rechter om op de stoel van het EOB te gaan zitten.

18. Daar komt bij dat het EOB daardoor buiten spel wordt gezet: zodra [geïntimeerde] de door Boston Scientific gevorderde mededeling aan het EOB doet, moet de schorsing van de verleningsprocedure immers worden opgeheven en is het EOB dus de mogelijkheid ontnomen om hierover te beslissen. Daarbij is bovendien geen sprake van een tijdelijke maatregel in afwachting van een beslissing van het EOB: toewijzing van de vordering van Boston Scientific heeft onherroepelijke gevolgen omdat volgens regel 14 lid 1 Uitvoeringsreglement de instemming door [geïntimeerde] onherroepelijk is.

19. Dit een en ander vormt een – ambtshalve vast te stellen – ontoelaatbare doorkruising van het (systeem van het) EOV en de daarin besloten liggende toedeling van bevoegdheden.