Geen equivalent
Gerechtshof 's-Gravenhage 22 september 2005, Delaval tegen Lely Enterprises. Het hof vernietigt het vonnis van de rechtbank en oordeelt dat er geen sprake is van inbreuk.
In het geding staat de vraag centraal of het Europees octrooi 0.535.754 ("An implement for milking animals and a method of after-treating the teats of a milked animal") van Lely wegens gebrek aan nieuwheid, althans aan inventiviteit, dient te worden vernietigd en zo ja, of er inbreuk wordt gemaakt op het octrooi van Delaval. Het hof concludeert ten aanzien van de eerste vraag "dat een deskundige, die kennis neemt van de door Delaval geciteerde geschriften, daarin geen aanwijzingen zal vinden om de inrichting volgens de stand van de techniek (D5) zodanig te wijzigen, dat een inrichting resulteert die overeenkomt met de inrichting volgens het octrooi van Lely. Anders gezegd: het hof acht de materie van conclusie 1 in zoverre inventief. Dit geldt eveneens voor de materie van de (onafhankelijke) werkwijzeconclusie 11." De grieven met betrekking tot de niet-inventiviteit falen derhalve.
Ten aanzien van de grieven gericht tegen het oordeel van de rechtbank, dat het VMS-systeem van Delaval inbreuk maakt op het octrooi van Lely oordeelt het hof:
"Van letterlijke (directe) inbreuk op conclusie 1 van het octrooi is naar het oordeel van het hof bij het VMS-systeem mitsdien geen sprake. Evenmin kan gesteld worden dat bij het VMS-systeem hetzelfde resultaat, dat door het octrooi wordt beoogd, op in wezen dezelfde wijze wordt bewerkstelligd. [...] Het VMS-systeem is, doordat het niet voorziet in de hiervoor genoemde aspecten b.2 en b.3 (die de inrichting volgens D5 wel heeft) al bij voorbaat minder compact dan de D5-inrichting. Het VMS-systeem kan reeds daarom ook niet een equivalent van de inrichting volgens het octrooi worden genoemd." De grieven slagen aldus en het vonnis wordt vernietigd. Lees het arrest hier.