17 jan 2018
Uitspraak ingezonden door Douwe Linders, Deikwijs.
Geen merkoverdracht BODY ENGINEERS omdat bijkomende omstandigheden ontbreken
Rechtbank Den Haag 17 januari 2018, IEF 17453; ECLI:NL:RBDHA:2018:472 (Eiser tegen Eisenhower Holding) Auteursrecht. Merkenrecht. Zie ook IEF 17020. Eiser heeft de hulp van Eisenhower B.V. gevraagd om het door hem ontworpen logo als merk in te schrijven. In 2013 heeft Eisenhower het merk onder eigen naam gedeponeerd. Eiser vordert Eisenhower de overdracht van de merkregistratie. Nu er geen overeenkomst is waaruit samenwerking tussen eiser en Eisenhower volgt, verwerpt de rechtbank het verweer van Eisenhower dat beide partijen gezamenlijk rechthebbenden zijn. Eisenhower heeft zijn verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht met eiser niet nagekomen, door de merken op eigen naam in te schrijven. Echter, dit levert nog geen onrechtmatig handelen op, hiervoor zijn bijkomende omstandigheden nodig. De vordering wordt afgewezen. Ook een beroep op het auteursrecht van eiser wordt verworpen. Het logo heeft geen eigen oorspronkelijk karakter, daar het is ontleend aan de logo's van Superman en Bugatti.
4.6. Nu andere omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat sprake was van een samenwerking zijn gesteld noch gebleken, moet het er voor worden gehouden dat daarvan geen sprake was. Aan beoordeling van de vraag of die samenwerking vervolgens zou betekenen dat [eiser] en [gedaagde sub 2] gezamenlijk rechthebbenden zijn van de betreffende ie-rechten, wordt dan ook niet meer toegekomen.
4.13. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het er voor moet worden gehouden dat [eiser] [gedaagde sub 2] heeft gevraagd zorg te dragen voor de merkinschrijving/registratie op naam van [eiser] . Nu de merken vervolgens feitelijk op naam van de onderneming van [gedaagde sub 2] zijn ingeschreven/geregistreerd, is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde sub 2] zijn verplichtingen uit de overeenkomst van opdracht met [eiser] niet is nagekomen.
4.15. De vordering van [eiser] dat gedaagden door de merken op naam van Eisenhower Holding in te laten schrijven/te laten registreren onrechtmatig hebben gehandeld wordt afgewezen, nu het niet-nakomen door [gedaagde sub 2] niet zonder meer kan worden aangemerkt als onrechtmatig handelen. Om tot een dergelijk oordeel te komen zijn bijkomende omstandigheden nodig die door [eiser] niet zijn gesteld noch zijn gebleken.
4.20. Het logo is opgebouwd uit ten minste drie elementen: de eerste twee letters van de naam Body Engineers waarbij de letter B is gespiegeld, twee vleugels en een vijfhoek (pentagon). Dat de vleugels zijn overgenomen van de website van het bedrijf Vector Templates die ze daarop aan het algemeen publiek om niet ter beschikking had gesteld, is niet in geschil. Wel is in geschil of en zo ja, in hoeverre, de twee andere elementen zijn ontleend aan de hierna afgebeelde tekens van Superman en Bugatti:
4.21. De rechtbank is van oordeel dat de enkele vraag of sprake is van ontlening geen beantwoording behoeft. Het gaat in deze zaak immers niet om de vraag in hoeverre het logo inbreuk maakt op mogelijke auteursrechten van derden, maar om de vraag of het logo zelf auteursrechtelijke bescherming geniet. Ook wanneer sprake is van ontlening aan voormelde tekens, kan de bewerking ervan als zodanig als een oorspronkelijk werk worden aangemerkt.
4.22. Naar het oordeel van de rechtbank is daarvan sprake. De elementen uit de betreffende tekens zijn in ieder geval deels anders vormgegeven: voor zover al sprake zou zijn geweest van inspiratie door het Bugatti-teken, zijn de letters ten opzichte daarvan omgedraaid en gespiegeld, de letter E als zodanig is ook anders vormgegeven, met name aan de uiteinden van de drie horizontale strepen en (zoals gedaagden ook hebben erkend) is in de letter E een halter aangebracht die in het Bugatti-teken ontbreekt. Voorts zijn de drie elementen niet één op één naast elkaar gezet, maar op zodanig creatieve wijze samengevoegd dat een logo met een eigen oorspronkelijk karakter is ontstaan. Het Body Engineers-logo komt derhalve naar het oordeel van de rechtbank auteursrechtelijke bescherming toe.
4.27. De vordering om gedaagden te veroordelen tot het staken dan wel gestaakt houden van inbreuk op de auteursrechten van [eiser] , wordt afgewezen. Gesteld noch gebleken is dat gedaagden met betrekking tot de woord-/beeldmerken op dit moment enige handeling verrichten, anders dan het late voortduren van de merkregistraties op naam van Eisenhower Holding. Nog daargelaten de vraag of dit auteursrechtelijk relevant handelen is, geldt dat aan die situatie een einde wordt gemaakt bij uitvoering van hetgeen in dit vonnis wordt bepaald met betrekking tot de wijziging van de tenaamstelling van de woord-/beeldmerken. De rechtbank ziet dan ook niet in welk separaat belang [eiser] nog heeft bij de inbreukvorderingen betreffende het auteursrecht.
4.28. Gelet op het hiervoor sub 4.14 gegeven oordeel wordt aan beoordeling van de subsidiaire vorderingen (nietigverklaring/ambtshalve doorhaling), voor zover daarvoor al grond zou zijn, niet toegekomen.