Gepubliceerd op dinsdag 8 februari 2022
IEF 20519
Rechtbank Den Haag ||
31 jan 2022
Rechtbank Den Haag 31 jan 2022, IEF 20519; ECLI:NL:RBDHA:2022:584 (Keune tegen WCHS), https://delex.nl/artikelen/geen-misbruik-van-procesrecht-1

Geen misbruik van procesrecht

Vzr. Rb Den Haag 31 januari 2022, IEF 20519; ECLI:NL:RBDHA:2022:584 (Keune tegen WCHS) Keune heeft bij dagvaarding gevorderd dat WCHS stopt met inbreuk maken op haar Uniemerken dan wel Benelux-merken. Later heeft Keune haar eis verminderd in haar pleitnota. Zij vordert enkel nog een veroordeling van WCHS in de proceskosten. Dit is vanwege het feit dat WCHS zich heeft beroepen op uitputting nadat zij is aangesproken op vermeend inbreuk makend handelen. Pas in de loop van deze kort geding procedure is WCHS met het rapport gekomen welk voldoende zekerheid biedt dat de door WCHS aangeboden en verhandelde producten met toestemming van Keune op de Europese markt zijn gebracht. Indien WCHS eerder met dit bewijs was gekomen, had naar de mening van Keune een procedure voorkomen kunnen worden. Nu zou Keune zijn gedwongen om deze procedure te starten en is zij van mening dat de hiermee gemaakte proceskosten voor de rekening van WCHS dienen te komen. De voorzieningenrechter veroordeelt Keune in de proceskosten. Dat WCHS pas later in de procedure het rapport aanleverde kan WCHS niet worden verweten. Er is geen misbruik van procesrecht.

3.2. Het feit dat WCHS c.s. pas in de loop van deze procedure – twee weken vóór de mondelinge behandeling – met het rapport van Grant Thornton is gekomen kan WCHS c.s. niet worden verweten. WCHS c.s. heeft als parallelimporteur een belang bij het zo lang mogelijk geheim houden van haar voormannen.