Gepubliceerd op dinsdag 11 juni 2019
IEF 18513
Rechtbank Den Haag ||
7 jun 2019
Rechtbank Den Haag 7 jun 2019, IEF 18513; (Ocean Company tegen LRC), https://delex.nl/artikelen/geen-opheffing-conservatoir-beslag-vanwege-mogelijke-merkinbreuk-durex

Uitspraak is ingezonden door Arnoud Martens, Ploum.

Geen opheffing conservatoir beslag vanwege mogelijke merkinbreuk Durex

Vzr. Rechtbank Den Haag 7 juni 2019, IEF 18513; ECLI:NL:RBDHA:2019:5905 (Ocean Company tegen LRC)  Kort geding. Ocean Company is groothandelaar in 'fast moving consumer goods' van A-merken. LRC is houdster van diverse Uniewoord- en beeldmerken met het teken Durex. Ocean Company vordert het opheffen van conservatoir beslag door de douane. Het beslag is gelegd op grond van ongeoorloofde parallelhandel. Het financieel belang van Ocean Company bij opheffing van het beslag omdat het een deel van haar handelsvoorraad betreft, is onvoldoende ten opzichte van het belang van LRC om op te kunnen treden tegen mogelijke grootschalige merkinbreuk. De vorderingen van Ocean Company worden afgewezen.

4.5 LRC betoogt dat Ocean Compeny inbreuk maakt op de merken omdat zij zich schuldig maakt aan ongeoorloofde parallelhandel. LRC komt tot tot die conclusie op basis van de volgende feiten en omstandigheden. Ruhi Enterprises heeft de Beslagen Producten initieel afgenomen van RB Arabia, waarbij de producten waren bestemd voor de West-Afrikaanse markt (...)

4.6 Dit een en ander heeft Ocean Company naar voorlopig oordeel onvoldoende ontzenuwd. De stelling van Ocean Company dat geen sprake is van ongeoorloofde parallelhandel omdat de Beslagen Producten enkel vanuit Senegal naar Rotterdam zijn verscheept om in Rotterdam te worden vermengd met andere merkproducten (...), komt (...) ongeloofwaardig voor.

4.8 Bij deze stand van zeken moet worden geconcludeerd dat niet summierlijk is gebleken van ondeugdelijkheid van de merkinbreukvordering waarvoor LRC beslag heeft gelegd. Een belangenafweging leidt niet tot een ander oordeel. Dat Ocean Company een financieel belang heeft bij opheffing van het beslag omdat de Beslagen Producten een deel van haar handelsvoorraad betreffen, is onvoldoende ten opzichte van het belang van LRC om op te kunnen treden tegen mogelijke grootschalige merkinbreuk. (...)