6 feb 2024
Uitspraak ingezonden door Maarten Rijks en Annemijn Schipper, Taylor Wessing.
Gele stiksel van Dr. Martens schoenen niet onderscheidend voor alle schoenen
BenGH 6 februari 2024, IEF 21931, IEFbe 3721; C 2022/15 (Van Haren Schoenen tegen Airwair International Limited). Deze zaak betreft een geschil over de geldigheid van een merkregistratie door Airwair, de fabrikant van Dr. Martens schoenen, bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom (BBIE). Dit merk betrof een positie merk dat bestond uit een specifieke gele stiksel op een zwarte zoolrand (trépointe), geregistreerd voor "veterlaarzen" in klasse 25. Van Haren daagde de geldigheid van dit merk aan op basis van gebrek aan onderscheidend vermogen, algemeenheid van de benaming, en het uitsluitend bestaan uit een vorm die noodzakelijk is voor het verkrijgen van een technisch resultaat of die een aanzienlijke waarde aan de producten geeft.
Het BBIE wees de bezwaren van Van Haren af, waarna Van Haren in beroep ging bij de Benelux Gerechtshof. Het Hof concludeerde dat, hoewel het merk voor donkergekleurde schoenen door langdurig en intensief gebruik onderscheidend vermogen had verkregen, dit niet het geval was voor schoenen in lichte of felle kleuren. Het Hof oordeelde dat het merk als geheel nietig verklaard moest worden omdat het niet onafhankelijk onderscheidend vermogen had verkregen voor schoenen in alle kleuren. Airwair werd veroordeeld tot het betalen van de proceskosten.
23. La combinaison couture jaune/trépointe noire sur des bottines à lacets de couleur foncée est devenue, par l’usage long et intensif qui en a été fait, un élément apte à désigner l’origine des produits. Pour une application de cette combinaison à des bottines de couleur foncée, il y a en d’autres termes eu consécration. Toutefois, comme établi sous 18, la marque de position porte sur des bottines aux tiges et semelles dans toutes les teintes, y compris les teintes claires. Pour les bottines présentant la combinaison couture jaune/trépointe noire sous une tige de couleur non foncée, il n’y a pas eu de consécration indépendante, parce que de telles bottines n’ont été commercialisées que de manière sporadique (voir le considérant 21). La question qui se pose à présent est de savoir si la consécration de la combinaison couture jaune/trépointe noire sur des bottines de couleur foncée s’est également étendue à l’usage de cette combinaison sur des bottines aux tiges et semelles dans des teintes autres que foncées, et donc si cette combinaison a été consacrée pour toutes les bottines à lacets, indépendamment de la couleur de leurs tiges et semelles, y compris les bottines ayant par exemple une tige et/ou une semelle de couleur blanche, rose, rouge vif ou jaune.