Gepubliceerd op maandag 27 november 2017
IEF 17303
Rechtbank Midden-Nederland ||
15 nov 2017
Rechtbank Midden-Nederland 15 nov 2017, IEF 17303; ECLI:NL:RBMNE:2017:5651 https://delex.nl/artikelen/gelet-op-de-beperkte-kennis-van-het-latijn-in-nederland-zal-het-de-herkomst-van-domi-het-publiek-ont

Gelet op de beperkte kennis van het Latijn in Nederland zal het de herkomst van 'DOMI' het publiek ontgaan

Rechtbank Midden-Nederland 15 november 2017, IEF 17303; ECLI:NL:RBMNE:2017:5651 (Domicilie Ede tegen Domica) Merkenrecht. Geen inbreuk DOMICA op DOMICILIE. Eiseres is een makelaarskantoor en heeft DOMCILIE als merk gedeponeerd. Gedaagde is een landelijke franchise voor o.a. verhuur van onroerende zaken. Rechtspraak.nl: Gelet op de beperkte kennis van het Latijn in Nederland zal de Latijnse herkomst van het onderdeel "domi" van beide merken (dat “thuis” betekent) het publiek ontgaan. Volgens gedaagde betekent “domica” huis of tempel, maar dat heeft de rechtbank na onderzoek niet kunnen vaststellen; het enige dat hierover gevonden kon worden is een verbuiging van het Latijnse woord “domicum” dat “koepelvormig” betekent of een mogelijke verbuiging van het Griekse woord “δομικός” dat “bouwkundig” betekent. Dat het relevante publiek deze betekenissen kent acht de rechtbank uitgesloten. Het woord “domica” zal dan ook als een fantasiewoord worden beschouwd. Dat brengt mee dat de woorden “domicilie” en “domica” door het relevante publiek anders zullen worden begrepen.

Visueel is er weliswaar sprake van enige overeenstemming, maar deze overeenstemming wordt echter ongedaan gemaakt door de auditieve verschillen (in klemtoon en uitspraak van het slot van het woord) en het ontbreken van begripsmatige overeenstemming tussen de merken van partijen. De totaalindruk die beide merken op het publiek maken zal daarom - ook als hun herinneringsbeeld vaag is - verschillend zijn. Daarbij komt dat het relevante publiek een hoog aandachtsniveau heeft bij zijn/haar zoektocht naar onroerend goed (zie 4.5). In het licht van dit alles en gegeven het beperkte onderscheidend vermogen van het merk van eiseres (4.3), bestaat er geen gevaar voor verwarring bij het publiek. Het feit dat de diensten van partijen (makelaarsdiensten) soortgelijk zijn, leidt niet tot een andere conclusie.

4.3. Het woordmerk DOMICILIE van eiseres komt volledig overeen met een bestaand Nederlands woord, “domicilie”, dat “vaste verblijfplaats” of “wettelijke woonplaats” betekent. Dat woord is niet geheel beschrijvend te noemen voor de diensten van eiseres (als makelaar van onroerend goed), maar het refereert wel in enig opzicht aan het doel van haar diensten, namelijk het vinden van een nieuwe vaste verblijfplaats voor haar cliënten. Het woordmerk is dan ook in enige mate beschrijvend, waardoor het geen groot onderscheidend vermogen toekomt.

Ter comparitie is namens eiseres verklaard dat zij zich niet beroept op enige bijzondere bekendheid van het merk DOMICILIE, zodat niet kan worden geconcludeerd dat het onderscheidend vermogen door inburgering kan zijn vergroot.

Het in aanmerking nemende publiek is de consument of zakelijke klant die op zoek is naar een onroerend goed om te bewonen of voor zijn bedrijf te gebruiken. Omdat het aangaan van een huur- of koopovereenkomst met betrekking tot een onroerend goed een beslissing is met aanzienlijke financiële gevolgen, mag van dit publiek bij de keuze van een makelaar een hoger aandachtsniveau worden verwacht dan een gemiddelde consument of ondernemer.

4.6. Tussen de woordmerken van partijen bestaan de volgende overeenkomsten en verschillen:

Visueel:

- de merken verschillen in lengte: 9 letters bij het merk van eiseres en 6 bij het merk van gedaagde;

- beide merken beginnen met de letters “domic”, gevolgd door een verschillend slot: “ilie” (merk eiseres) en “a” (merk gedaagde); de letter “a” komt in het merk van eiseres niet voor, de letter “l” niet in dat van gedaagde;

- het merk van eiseres is in hoofdletters geschreven; bij het merk van gedaagde wordt alleen de eerste letter met een hoofdletter geschreven; dit verschil acht de rechtbank echter niet van groot gewicht, nu ook de wijze van gebruik van een merk een rol speelt, en dat gebruik - gelet op de overgelegde producties - bij beide merken met alleen de eerste letter als hoofdletter of alleen kleine letters plaatsvindt.

Auditief:

- auditief zijn de eerste twee lettergrepen gelijk; daarna volgt bij het merk van eiseres een zachte s-klank, terwijl bij het merk van gedaagde een harde k-klank wordt uitgesproken;

- bij het uitspreken zal bij het merk van eiseres de klemtoon liggen op de derde lettergreep, terwijl die bij het merk van gedaagde op de eerste of tweede gelegd zal worden.

Begripsmatig:

- hoewel het woord “domicilie” vooral in formeel taalgebruik voorkomt, zal het relevante publiek de betekenis daarvan wel kennen; eiseres beroept zich op de Latijnse herkomst van dit woord (in ieder geval het deel “domi” dat “thuis” betekent), maar gelet op de beperkte kennis van het Latijn in Nederland, zal dat het publiek ontgaan;

- volgens gedaagde betekent “domica” huis of tempel, maar dat heeft de rechtbank na onderzoek niet kunnen vaststellen; het enige dat hierover gevonden kon worden is een verbuiging van het Latijnse woord “domicum” dat “koepelvormig” betekent of een mogelijke verbuiging van het Griekse woord “δομικός” dat “bouwkundig” betekent; dat het relevante publiek deze betekenissen kent acht de rechtbank uitgesloten. Het woord “domica” zal dan ook als een fantasiewoord worden beschouwd. Dat brengt mee dat de woorden “domicilie” en “domica” door het relevante publiek anders zullen worden begrepen.