17 apr 2024
Gerecht EU: 'Pablo Escobar' mag niet worden geregistreerd als EU-merk
Gerecht EU 17 april 2024, IEF 22000; ECLI:EU:T:2024:240 (Pablo Escobar). Op 30 september 2021 heeft Escobar Inc., gevestigd in Puerto Rico (Verenigde Staten), een aanvraag ingediend bij het EUIPO voor registratie van het woordmerk 'Pablo Escobar' als een EU-handelsmerk voor een breed scala aan goederen en diensten. Het woordteken doet denken aan de Colombiaanse Pablo Escobar, die wordt verondersteld een drugsbaron en narco-terrorist te zijn die het Medellín-kartel heeft opgericht. Het EUIPO heeft de aanvraag voor registratie afgewezen op grond dat het merk in strijd was met het openbare beleid en met algemeen aanvaarde beginselen van moraliteit. Escobar Inc. heeft beroep ingesteld tegen die beslissing bij het Gerecht van de Europese Unie. Volgens het Gerecht kon EUIPO bij zijn beoordeling steunen op de perceptie van de gemiddelde Spaanse burger, met een gemiddelde gevoeligheid en tolerantiedrempels en die de ondeelbare en universele waarden delen waarop de Europese Unie is gebaseerd. Het EUIPO heeft terecht vastgesteld dat die personen de naam van Pablo Escobar zouden associëren met drugshandel en narco-terrorisme en met de misdaden en het lijden die daaruit voortvloeien, in plaats van met zijn mogelijke goede daden ten gunste van de armen in Colombia. Het handelsmerk zou daarom worden beschouwd als strijdig met de fundamentele waarden en morele normen die heersen binnen de Spaanse samenleving. Het Hof voegt eraan toe dat het fundamentele recht van Pablo Escobar op het vermoeden van onschuld niet is geschonden omdat, hoewel hij nooit strafrechtelijk is veroordeeld, hij in Spanje openbaar wordt gezien als een symbool van georganiseerde misdaad die verantwoordelijk is voor talrijke misdaden.
22 In paragraphs 55 to 69 of the contested decision, it found that the mark applied for, understood in the manner referred to in paragraph 21 above, would be perceived as being contrary to public policy and to accepted principles of morality by the non-negligible part of the relevant Spanish public which would associate it with the crimes committed by the Medellín cartel or directly attributed to Pablo Escobar, which were unacceptable in modern democratic societies, as they were absolutely contrary to the recognised ethical and moral principles, not only in Spain but also in all EU Member States, and constituted one of the most serious threats to the fundamental interests of society and the maintenance of social peace and order. The mark applied for contradicts, for a non-negligible part of the general public exposed to it, the indivisible and universal values on which the European Union is founded, namely human dignity, freedom, equality and solidarity, and the principles of democracy and the rule of law, as proclaimed in the Charter, and the right to life and physical integrity. Furthermore, for the many consumers of the goods and services at issue who, in particular in Spain, share those values, the mark applied for could be perceived as being highly offensive or shocking, as an apology of crime and a trivialisation of the suffering caused to thousands of people killed or injured by the Medellín cartel, of which Pablo Escobar was the presumed leader. That suffering is not erased by the actions in favour of the poor or the role of ‘Robin Hood’ which the applicant or many Colombians attribute to Pablo Escobar in Colombia, or by the fact that he has become an icon of popular culture in Spain.
27 Furthermore, in the contested decision, the Board of Appeal was justified in finding that the persons referred to in paragraph 25 above would associate the name of Pablo Escobar with drug trafficking and narco-terrorism and with the crimes and suffering resulting therefrom, rather than with his possible good deeds in favour of the poor in Colombia, and would therefore perceive the mark applied for, corresponding to that name, as running counter to the fundamental values and moral standards prevailing within Spanish society.