Gerechtshof ’s-Gravenhage, 29 maart 2011, Chengdu Xingraphics Co. Ltd. & A. Ten Cate Offsetprodukten B.V. tegen Agfa Graphics N.V.
De niet-overgelegde analyses en onderzoeken
(met dank aan Otto Swens, Vondst Advocaten)
Octrooirecht. Tussenarrest. EP Agfa inzake lithografische drukplaten, gestelde indirecte inbreuk door Xingraphics. Xingraphics c.s. vorderen in het onderhavige incident op grond van artikel 843a Rv. de overlegging van de volledige chemische analyses en onderzoeken die Agfa heeft uitgevoerd, dan wel, subsidiair, dat het hof gebruik maakt van haar bevoegdheid uit hoofde van artikel 22 dan wel 85 Rv. en Agfa beveelt om de analyses en onderzoeken in het geding te brengen.
Het hof wijst de vorderingen af. Xingraphics c.s. hebben geen rechtmatig belang bij de overlegging (art 843a Rv) en niet kan worden aangenomen dat Agfa door niet de volledige analyses en onderzoeken over te leggen i.c. de algemene verplichting van artikel 21 Rv om de relevante feiten naar waarheid en volledigheid te vermelden, heeft geschonden. Ook artikel 85 Rv. verschaft geen afdwingbare aanspraak op verkrijging van de stukken. Indien stukken waarop een partij zich beroept, deze in strijd met dat artikel niet worden overgelegd, dan heeft dat alleen tot gevolg dat de rechter met die stukken geen rekening houdt.
7. (…) Mede gelet hierop is het hof van oordeel dat de verplichting van artikel 21 Rv om de relevante feiten volledig te vermelden in beginsel niet een algemene verplichting behelst om alle (mogelijkerwijs) relevante feiten en bescheiden in het geding te brengen, maar met name is bedoeld om te voorkomen dat deze door een procespartij zo worden geselecteerd, dat er sprake is van een onvolledigheid die in feite onwaarheid oplevert.. Dat zo'n selectie heeft plaatsgevonden kan, zoals hiervoor is overwogen, niet worden aangenomen.
8 In aanmerking nemende enerzijds dat op grond van artikel 2l Rv (of, artikel 843a Rv zelf buiten beschouwing gelaten, enige andere wetsbepaling) Agfa niet verplicht is om de door haar niet-overgelegde analyses en onderzoeken van de FIT-platen in het geding te brengen en anderzijds dat Xingraphics c.s. zelf over die platen beschikken en deze zelf konden (laten) onderzoeken, waardoor van schending van het equality of ams-beginsel. niet kan worden gesproken, hebben Xingaphics c.s. naar het oordeel van bet hof bij hun vordering op basis van artikel 843a Rv niet een rechtmatig belang. Hierbij komt dat -naar het hof partijen bij pleidooi heeft voorgehouden – zo nodig te zijner tijd in de hoofdprocedure een deskundigenbericht naar de samenstelling van de FIT-platen kan worden gelast en dat in dit licht redelijkerwij kan worden aangenomen dat een behoorlijke rechtspleging ook zonder het verschaffen van de gevraagde analyses en onderzoeken van dis: platen is gewaarborgd. De mogelijkheid dat, zoals Xingraphics c.s. ten pleidooie; hebben gesteld maar door Agfa is betwist, er (wereldwijd) geen enkele onafhankelijke deskundige te vinden zou zijn, is zo weinig aannemelijk dat daaraan voorbij kan worden gegaan. De conclusie van dit een en ander is dat op basis van artikel 842a Rv de vorderingen van Xingraphics c.s. niet toewijsbaar zijn.
9. Het hiervoor overwogene brengt tevens met zich dat er geen gronden zijn om met toepassing van artikel 22 Rv - dat Xingraphics c.s. ook geen afdwingbare aanspraak verschaft- Agfa te bevelen de door Xingraphics c.s. bedoelde- bescheiden over te leggen. Artikel 85 Rv kan Xingraphics c.s. niet baten reeds omdat zij ook aan dit artikel geen afdwingbare aanspraak op verkrijging van stukken kunnen ontlenen; indien stukken waarop een partijj zich beroept, door deze in strijd met dat artikel niet worden overlegd, dan heeft dat tot gevolg dat de rechter met die stukken geen rekening houdt. Artikel 120 lid 4 Rv heeft, anders dm Xingaphics c.s. menen, geen betrekking op stukken als bedoeld in artikel 85 Rv, maar op de gegevens die: ingevolge artikel 111 lid 3 Rv in de dagvaarding moeten worden opgenomen.
11. De vorderingen van Xingraphics c.s. zullen worden afgewezen, met veroordeling van hen in de kosten van het incident.
Lees het arrest hier. Vonnis in eerste aanleg: Rechtbank ’s-Gravenhage, 22 juli 2009, IEF 8085.