Gepubliceerd op dinsdag 14 november 2023
IEF 21772
Rechtbanken ||
7 nov 2023
Rechtbanken 7 nov 2023, IEF 21772; ECLI:NL:RBROT:2023:10394 (Soniq tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/geschil-over-de-rechtmatige-houder-van-aangevraagde-octrooirechten

Geschil over de rechtmatige houder van aangevraagde octrooirechten

Rechtbank Rotterdam 7 november 2023, IEF 21772; ECLI:NL:RBROT:2023:10394 (Soniq Force tegen gedaagden). Deze zaak gaat over een octrooiaanvraag in de Verenigde Staten. Soniq Force stelt dat gedaagden in strijd met tussen partijen gesloten overeenkomsten handelen door de uitvinding uit de octrooiaanvraag te exploiteren en/of derden dat te laten doen. Gedaagden zijn de uitvinders van de SSD-techniek. Tussen gedaagden en Sonic Force bestaat een overeenkomst. Met deze overeenkomst verkrijgt Sonic Force een machine en licentie om de SSD-techniek toe te passen. Naast deze overeenkomst is er een tweede overeenkomst, de overdrachtsovereenkomst. Deze laatste overeenkomst heeft als strekking dat Soniq Force de aangevraagde octrooirechten koopt van rechthebbenden. De rechtsgeldigheid van deze overeenkomst is in het geding in deze zaak.

Gedaagden betwisten stellig dat het hun handtekening is die onder deze overeenkomst staat. Volgens de rechtbank is het onvoldoende aannemelijk dat Soniq Force de rechtmatige houder is van de aangevraagde octrooirechten. De eerste overeenkomst, waarvan de rechtsgeldigheid niet in geding is, gaat ervan uit dat Soniq een licentie verkrijgt, maar niet dat zij de rechtmatige houder van de aangevraagde octrooirechten wordt. Nu rijst de vraag of gedaagden de octrooiaanvraag mochten exploiteren en/of derden dat te laten doen. Soniq Force stelt dat gedaagde 1 niet zonder toestemming van de twee andere octrooihouders op zijn eigen naam mocht stellen. De gedaagden stelden dat Soniq Force een kortgedingprocedure in Nederland probeerde te forceren, omdat zij geen goede uitkomst zagen in de Amerikaanse procedure. De rechtbank vindt dit een doorslaggevende factor en gaat mee in het standpunt van de gedaagden. Het gevorderde wordt afgewezen waarbij Sonic Force wordt veroordeeld in de proceskosten van gedaagden.

5.9. Het is bovendien onvoldoende aannemelijk dat Soniq Force de rechtmatige houder is van de aangevraagde octrooirechten. Er zijn argumenten die voor, en argumenten die tegen het standpunt van Soniq Force pleiten. Ten voordele van Soniq Force pleit dat gedaagden ontkennen dat zij hun handtekening hebben geplaatst onder de “overdrachtsovereenkomst” terwijl zij tegelijkertijd erkennen dat de aangevraagde octrooirechten op enig moment bij Soniq Force waren ondergebracht (ze waren daar “geparkeerd”, in de woorden van gedaagden). Volgens gedaagden, zo begrijpt de voorzieningenrechter, was dit een handeling van beperkte betekenis die louter bedoeld was om investeerders in de Verenigde Staten te vinden

5.10.3. Soniq Force betoogt dat naar het recht van de staat Wyoming, dat toepasselijk is op de vennootschappelijke verhoudingen binnen haar onderneming, het [gedaagde 1] , als één van haar drie members, niet was toegestaan om zonder toestemming van de twee andere members de aangevraagde octrooirechten op zijn eigen naam te stellen. Maar als dat zo evident ongeoorloofd is dan rijst de vraag waarom heeft Soniq Force daarover dan niet veel eerder een procedure in de VS is gestart, in plaats van ervoor te kiezen om pas nu een kort gedingprocedure in het verre Nederland te beginnen? Dat biedt steun aan het standpunt van gedaagden dat de kort gedingprocedure in Nederland wordt gevoerd omdat Soniq Force van een procedure in de VS geen heil verwachtte – wat bevestigd lijkt te worden door de uitlating ter zitting dat de Amerikaanse procedure is “doodgelopen” – en het daarom maar op vreemde bodem probeert.