23 aug 2023
Gewijzigde verpakkingen doen afbreuk aan luxe uitstraling van merken van CLD
Rb. Den Haag 23 augustus 2023, IEF 21717; ECLI:NL:RBDHA:2023:12493 (Creation luxe Design tegen Notino). Creation Luxe Design (Hierna: CLD) en Inter Development Diffusion (Hierna: IDD) gebruiken het Mancera-merk en het Montale-merk om onder andere parfums op de markt te brengen. Zij hebben daartoe exclusieve licenties verkregen. CLD en IDD hebben per geografisch gebied exclusieve licentienemers aangesteld, waarvan Silk Cosmetics een is. Notino, een parfumverkoper, heeft proefaankopen op haar website aangeboden die voorzien waren van het Mancera en Montale merk, waar geen toestemming voor is verkregen van de merkhouder. De verpakkingen en de parfumfles van de verkochte producten waren ernstig bekrast, waardoor de herkomst van de parfum niet meer te herleiden was. In het verleden heeft Silk Cosmetics reeds geprocedeerd tegen Notino, waarin is geoordeeld dat sprake was van uitputting.
CLD heeft Notino aangesproken wegens merkinbreuk bestaande uit de online verkoop van producten voorzien van de Uniemerken. CLD vordert bij de rechtbank dat Notino de producten van de website voorzien van de uniemerken verwijderd en verwijderd houdt, omdat CLD geen toestemming heeft verleend voor de verkoop. Daarnaast vordert CLD dat Notino de inbreukmakende goederen afgeeft of vernietigt. Notino voert verweer dat Silk Cosmetics al tegen haar heeft geprocedeerd over dezelfde kwestie, maar hier gaat de rechtbank niet in mee omdat de vorderingen van beide partijen verschillen. CLD procedeert namelijk op grond van een vermeende inbreuk na het vonnis in de zaak tussen Silk Cosmetics en Notino. Doordat daar nog niet over is geoordeeld, is de vordering van CLD geen ontoelaatbare herkansingsvordering.
Notino kan zich volgens de rechtbank niet beroepen op de uitputtingsregel, omdat de verpakkingen die Notino verkoopt in verslechterde staat op de markt worden gebracht. Door de gewijzigde verpakking en parfumfles wordt afbreuk gedaan aan de luxe uitstraling van de producten, waardoor ook de reputatie van de merken wordt aangetast. Notino heeft nog aangebracht dat zij hun producten zorgvuldig hebben verpakt, maar dit doet niet af aan het feit dat de toestand van de waren zodanig was verslechterd of gewijzigd dat CLD zich tegen verhandeling hiervan mag verzetten. Het inbreukverbod wordt toegewezen en de producten dienen te worden teruggegeven aan CLD, of ze moeten worden vernietigd.
4.3.
Het meest verstrekkende verweer van Notino betreft haar betoog dat Silk Cosmetics al eens tegen Notino heeft geprocedeerd over dezelfde kwestie en dat deze procedure een ontoelaatbare herkansing daarvan is. Notino wijst erop dat in die procedure Silk Cosmetics op mandaat en met volmacht van CLD, IDD en WBM handelde en mede hun belangen behartigde. CLD c.s. stelt nu vrijwel dezelfde vorderingen in op dezelfde grondslag: vermeende inbreuk op de Uniemerken. De onderhavige procedure vormt daarmee volgens Notino een schending van het ne bis in idem-beginsel: CLD c.s. hebben hun rechten om in wezen dezelfde vorderingen nogmaals tegen Notino in te stellen verwerkt, althans zij misbruiken hun rechten door dat te doen. Bovendien dragen dergelijke herkansingsvorderingen het risico op tegenstrijdige beslissingen in zich en is het instellen daarvan in strijd met de eisen van een goede procesorde, aldus nog steeds Notino.
4.4.
De rechtbank verwerpt dit verweer. Nog daargelaten dat CLD en IDD geen procespartijen waren in de eerdere procedure tussen Silk Cosmetics en Notino, verschilt de feitelijke grondslag van de nu ter beoordeling staande vorderingen. Aan die vorderingen legt CLD c.s. immers vermeende inbreuken ten grondslag (te weten: het verkopen van de proefaankopen door Notino) die zich zouden hebben voorgedaan ná de datum waarop het gerechtshof Den Haag het hiervoor onder 2.4 aangehaalde arrest heeft gewezen en waarmee de procedure tussen Silk Cosmetics en Notino tot een definitief einde is gekomen. Daarmee staat vast dat het gerechtshof Den Haag zich niet heeft uitgelaten over de beweerdelijke inbreuken die in de huidige procedure centraal staan. Van rechtsverwerking, misbruik van recht, strijd met de goede procesorde of een risico op tegenstrijdige beslissingen kan in zoverre geen sprake zijn. De enkele omstandigheid dat CLD c.s. inzage in de administratie van Notino vordert “over de afgelopen 5 jaar”, hetgeen ook de periode beslaat waarover het gerechtshof heeft geoordeeld, doet daaraan niet af. Deze vordering komt immers alleen voor toewijzing in aanmerking als een inbreuk kan worden vastgesteld. In hoeverre een eventueel vastgestelde inbreuk aanleiding geeft om Notino te veroordelen tot het verschaffen van inzage in haar administratie over een periode van vijf jaar, zal de rechtbank – voor zover nodig – bij de (inhoudelijke) beoordeling van die vordering betrekken.