GLASHELDER niet in een aanzienlijk deel ingeburgerd
Hof Den Haag 26 maart 2013, zaaknr. 200.111.855/01 (Achmea Interne diensten N.V. tegen de Benelux-Organisatie voor de intellectuele eigendom)
Merkenrecht. Absolute weigering. Beschrijvend. Inburgering in aanzienlijk deel.
Achmea heeft het woordmerk GLASHELDER gedeponeerd. Het Bureau heeft aangevoerd dat het teken beschrijvend is, omdat het kan dienen tot aanduidingen van de soort en hoedanigheid van 'verzekeringen van advisering ter zake’.
Om inburgering te kunnen aannemen moet vast komen te staan dat het merk door gebruik onderscheidend vermogen heeft verkregen in het gehele taalgebied waar de weigeringsgrond bestaat. Het onderhavige geval kenmerkt zich erdoor dat het aangevraagde teken in een wezenlijk geografisch deel van het taalgebied waar de weigeringsgrond bestaat niet is gebruikt. Uit onderzoek is gebleken een maximumpercentage van 46% van de betrokken kringen in het gehele Nederlandstalige deel van de Benelux het teken GLASHELDER herkent als dienst afkomstig van een bepaalde onderneming. Dit percentage kan niet worden beschouwd als een 'aanzienlijk deel' van de betrokken kringen, waaraan de conclusie moet worden verbonden dat aan de in artikel 3 lid 3 van de Merkenrichtlijn gestelde voorwaarde is voldaan (r.o. 21).
Het beroep op inburgering van Achmea kan niet worden aanvaard en wordt geweigerd op grond van sub c. Ook de b-grond staat aan inschrijving in de weg. Het verzoek van Achmea wordt niet toegewezen.
22. Uit het zojuist overwogene volgt dat het beroep van Achmea op inburgering niet kan worden aanvaard. Dat betekent, gezien het onder 4 overwogene, dat GLASHELDER op de c-grond als merk moet worden geweigerd voor de diensten waarvoor het is aangevraagd. Derhalve staat ook de b-grond aan inschrijving in de weg.
Op andere blogs:
DirkzwagerIEIT (Hof Den Haag glashelder over inburgering van beschrijvende merken)