Grenzen rechtsstrijd miskend: vordering toegewezen op basis van niet aangevoerd auteursrecht
Hoge Raad 31 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:212 (Arubags & More N.V.)
Arubaans appelprocesrecht. Grenzen van de rechtsstrijd in hoger beroep, ontbreken grievenstelsel, bevoegdheid tot vernietiging buiten grieven om, beginsel van hoor en wederhoor, verrassingsbeslissing. Arubags is houdster van een woord- en beeldmerk waarbij gebruik wordt gemaakt van het woord 'Aruba' en het concept van het handelsmerk Robin Ruth. Arubags heeft een verbod van merkinbreuk gevorderd tegen verzoeker, die zonder toestemming tassen met gebruik van het woord 'Aruba' heeft verhandeld.
Het hof heeft het merendeel van de vorderingen van Arubags toegewezen op auteursrechtelijke grondslag, overwegende; Arubags heeft zich eveneens beroepen op het auteursrecht op de Robin Ruth-tassen; de door verzoeker verkochte tassen komt visueel overeen met de door Arubags verkochte tassen. Het hof is niet toegekomen aan bewijslevering van merkenrechtelijk voorgebruik en heeft in het midden gelaten of het ingeschreven merk van Arubags voldoende onderscheidend vermogen heeft. Verzoeker klaagt succesvol dat het hof in strijd met art. 6 EVRM en de artt. 52 en 128 Rv Aruba auteursrechtinbreuk aan zijn beslissing ten grondslag heeft gelegd. Arubags heeft in hoger beroep immers uitsluitend een beroep gedaan op een aan haar toekomend merkrecht op tassen. Arubags heeft louter beroep gedaan op auteursrecht ter weerlegging van het verweer dat sprake is van merkenrechtelijk voorgebruik. Het hof heeft zowel de grenzen van de rechtsstrijd miskend als een ontoelaatbare verrassingsbeslissing gegeven.
3.5.2. Onderdeel 1 voert terecht aan dat Arubags in paragraaf 11 van haar beroepschrift en in haar pleitnota in appel (weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.12) uitsluitend een beroep heeft gedaan op het auteursrecht op de Robin Ruth-tas ter weerlegging van het verweer van [verzoeker] c.s. dat sprake is van merkenrechtelijk voorgebruik, welk verweer door het gerecht was gehonoreerd. Eveneens terecht betoogt het onderdeel dat Arubags zich in deze passage van haar beroepschrift en in haar pleitnota in appel louter heeft beroepen op het auteursrecht van Avrahami op de Robin Ruth-tas, en niet op een aan Arubags toekomend auteursrecht. Weliswaar hebben [verzoeker] c.s. in paragraaf 8, eerste volzin, van hun pleitnota in hoger beroep (weergegeven in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 2.13) opgemerkt dat geen sprake is van een auteursrecht van Arubags op de tassen, maar deze opmerking kan niet anders worden verstaan dan dat zij daarmee de feitelijke juistheid van het voormelde betoog van Arubags hebben betwist.
3.5.3. In het licht van hetgeen hiervoor in 3.5.2 is overwogen met betrekking tot de stellingname van Arubags in hoger beroep, heeft het hof in strijd met de hiervoor in 3.5.1, laatste alinea, genoemde regels gehandeld. Het hof heeft zowel de grenzen van de rechtsstrijd miskend als een ontoelaatbare verrassingsbeslissing gegeven, doordat het de toewijzing van Arubags’ vorderingen heeft gebaseerd op de niet door Arubags aangevoerde grondslag van inbreuk op een aan haar toekomend auteursrecht. De hierop gerichte klacht van onderdeel 1 slaagt.
3.6. De overige klachten van het middel behoeven geen behandeling.
Op andere blogs:
Hoogenraad & Haak (Tropische verrassing)