Het feest gaat in Leiden nog even niet door

EUIPO 16 juni 2023, aanvraagnummer 018835169; IEF 21496; (Leids Cabaret Festival) In deze zaak heeft BUNKER Theaterzaken B.V. (hierna: Bunker) getracht om het woordmerk 'Leids Cabaret Festival' aan te vragen. Deze aanvraag is gedeeltelijk afgewezen. 

De reden voor het gedeeltelijke afwijzen van het verzoek is dat het EUIPO tot de conclusie komt dat de naam 'Cabaretfestival', voor de relevante consument, het idee zal wekken dat er sprake is van een cabaretfestival dat in Leiden wordt gehouden. Het merk heeft daarmee een louter beschrijvend karakter, dat de soort, het beoogde doel en de plaats van herkomst van waren en diensten beschrijft. Het teken mist daarmee elk onderscheidend vermogen en komt daarom niet in aanmerking voor inschrijving, op grond van de Uniemerkenverordening. Het teken is namelijk niet in staat om de waren of diensten te onderscheiden van die van andere ondernemingen. Aangezien de aanvrager niet binnen de gestelde termijnen argumenten heeft aangebracht waarom het teken wél onderscheidend zijn, wijst het EUIPO de aanvraag slechts gedeeltelijk toe.

• De relevante consumenten zullen van mening zijn dat het teken informatie verstrekt die beschrijft dat de diensten in klasse 41, zoals “ontspanning”, “theaterdiensten” en “organiseren van toneel- en muziekvoorstellingen”, diensten zijn voor een cabaretfestival dat in de Nederlandse stad Leiden wordt gehouden. Eveneens zullen de diensten in klasse 35, zoals “reclame”, “publiciteit en verkooppromotie”, “marketing” en “schrijven van reclameteksten” bedoeld zijn ter promotie van het Leids cabaretfestival. Daarnaast zullen de waren in klasse 9, zoals "downloadbare media", "audiovisuele producties" en "geluidsopnamen met muziek" opgenomen content zijn ter uitzending van het Leids cabaretfestival. Het teken beschrijft derhalve de soort, het beoogde doel en de plaats van herkomst, van de waren en diensten. 
• Aangezien het teken een duidelijke beschrijvende betekenis heeft, mist het elk onderscheidend vermogen en komt het bijgevolg niet voor inschrijving in aanmerking op grond van artikel 7, lid 1, onder b), UMV. Dit wil zeggen dat het niet in staat is de wezenlijke functie van een merk te vervullen, namelijk de waren of diensten van een onderneming onderscheiden van die van andere ondernemingen. 
• Bijgevolg is het teken in zijn geheel beschouwd beschrijvend en mist het elk onderscheidend vermogen. Het is derhalve niet in staat de waren en diensten waarvoor een bezwaar werd gemaakt op grond van artikel 7, lid 1, onder b) en c) en artikel 7, lid 2 UMV te onderscheiden.