Het octrooi zelf is geen onderwerp van geschil
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 29 augustus 2006, LJN: BI3286, X tegen Y (samenwerkingsovereenkomst met inbreng octrooi).
Octrooirecht (althans..). Arrest uit augustus 2006, nu gepubliceerd op rechtspraak.nl. Samenwerkingsovereenkomst op grond waarvan een octrooi moet worden ingebracht. Incidentele vordering tot verwijzing naar hof 's-Gravenhage afgewezen. Het gaat in casu alleen om de uitleg/nietigheid/vernietigbaarheid van de samenwerkingsovereenkomst. Dat is een kwestie die wordt beheerst door het BW. Nu het octrooi zélf daarmee geen onderwerp van geschil is, is artikel 80 van de Rijksoctrooiwet 1995 niet van toepassing.
3.3.1. Onderwerp van geschil voordat [X.] zijn eis vermeerderde was slechts de kwestie van de uitleg/nietigheid/vernietigbaarheid van de tussen partijen gesloten samenwerkingsovereenkomst. Dat is geen kwestie die wordt beheerst door de Rijksoctrooiwet 1995, maar door het BW. Het enkele feit dat [X.] ter uitvoering van die overeenkomst een octrooi heeft ingebracht in [Z.] maakt dat niet anders: het octrooi zélf wordt daarmee immers nog geen onderwerp van geschil. Artikel 80 van de Rijksoctrooiwet 1995, dat de rechtbank te ’s-Gravenhage als uitsluitend bevoegde rechter aanwijst, is dus niet van toepassing.
3.3.2. Na eiswijziging wordt dat niet anders. Deze ziet immers op ongedaanmaking van de levering van het octrooi. Dat is dus eveneens een vordering gebaseerd op het BW en niet een in voormeld artikel 80 Rijksoctrooiwet omschreven vordering.
Lees het arrest hier.