Het relevante herinneringsbeeld van de meetman-consument
Rechtbank ‘s-Gravenhage 2 april 2008, KG ZA 08-7, Hansa Metallwerke AG tegen Tempoline
Kort geding. Inbreuk op vormmerk watervalkraan, pan-Europees verbod. Eerder schikkingovereenkomst en inbreukmakend nieuw model. Gedaagde verschijnt zonder advocaat, waar dat misschien toch niet onvoordelig zou zijn geweest. Geldigheid van het vormmerk is onbestreden, “waarbij zij aangetekend dat de kwesties bedoeld in art. 7 lid 1 sub a, b en e GMVo überhaupt niet in enigerlei vorm aan de orde zijn gesteld.” Afbeeldingen in het vonnis.
Hansa ontwerpt sinds 1911 sanitaire producten waaronder een serie kranen onder de benaming Hansamurano. Deze kranen hebben een zogenoemd waterval-effect: Het water stroomt uit op een glazen plaat of schaal, waarna het van die plaats als een waterval afstroomt in het bassin. Verticaal op de glazen plaat is een kegelvormige en zilverkleurige conische steunbout geplaatst. Hansa heeft een Europees merk op de vorm van dit product. Ook heeft zij een internationaal model met Beneluxdesignatie hiervoor.
Tempoline biedt op haar website ‘waterval’-kranen aan die volgens Hansa inbreuk maken op haar merk en model, auteursrechtinbreuk alsmede een daad van ongeoorloofde mededinging. Partijen hebben met betrekking tot een eerdere versie van de watervalkranen een schikking getroffen waarbij Tempoline heeft toegezegd te zullen stoppen met de verkoop. Die toezegging heeft zij niet nageleefd. Na een tweede sommatie heeft zij alsnog de levering van die betreffende kranen gestaakt. De nieuwe versie watervalkranen van Tempoline zijn volgens haar geen inbreuk en zij heeft dan ook geweigerd om ten aanzien van deze producten een vaststellingsovereenkomst aan te gaan.
De Voorzieningenrechter oordeelt dat de oude “waterval”kranen een inbreuk vormen op het merk van Hansa. Tempoline heeft immers inhoudelijk-juridisch de gestelde vormmerkinbreuk niet betwist. Ter zitting heeft zij zelfs te kennen gegeven dat de oude kraanmodellen in beginsel onder de beschermingsomvang van het merk en het model vallen van Hansa. Ten aanzien van deze oude modellen maakt Hansa volgens de rechter terecht aanspraak op een inbreukverbod, omdat Tempoline aantoonbaar bij herhaling toezeggingen niet is nagekomen.
Ten aanzien van de nieuwe kranen neemt de voorzieningenrechter ook inbreuk aan op het ingeroepen vormmerk. Tempoline heeft geen overzicht van het vormgevingserfgoed overgelegd en derhalve gaat de rechter er in kort geding vanuit dat het merk uniek is. Omdat ook de geldigheid van het merk onbetwist is, is de beschermingsomvang van het vormmerk in principe niet op enigerlei relevante wijze beperkt. Naar voorlopig oordeel roept de vorm van de nieuwe versie watervalkranen van Tempoline verwarring in het leven met het vormmerk van Hansa.
“4.6. Vormmerkenrechtelijk is bij de WP-06 geen sprake van een identiek teken, maar van een met het ingeroepen vormmerk overeenstemmend teken (vorm van de kraan) gebruikt voor dezelfde waren (kranen), waardoor naar voorlopig oordeel verwarringsgevaar in het leven wordt geroepen in de zin van art. 9 lid 1 sub b GMVo. De conische steunbout en de zilverkleurige hals van de WP-06 kraan zijn volledig, danwel hoofdzakelijk overeenstemmend met de betreffende vormen uit het Gemeenschapsvormmerk. De glazen plaat, hoewel vlak in plaats van schaal- of schotelvormig, wordt verwarringwekkend geoordeeld in merkenrechtelijke zin, nu die in verband met de zeer gelijkende overige elementen voor het relevante herinneringsbeeld van de merkenrechtelijke maatman-consument te weinig afwijkt. Het – in meest welwillende lezing zo begrepen – verweer van Tempoline dat een ovale vlakke glazen plaat geen overeenstemmend teken vormt met de schaalvormige glazen plaat volgens het ingeroepen Gemeenschapsvormmerk snijdt geen hout, omdat dit verschil bij globale beoordeling van alle elementen voorshands wegvalt, zodat daar aan voorbij te gaan is. Het valt, gelet op het niet verschafte overzicht van het relevante vormgevingserfgoed, ook niet anderszins in te zien in dit kort geding.”
Het gevorderde Gemeenschapsmerkinbreukverbod is toewijsbaar voor de hele EU. Hansa heeft volgens de rechter daarnaast geen belang bij toewijzing van een Benelux modellenrechtinbreukverbod. Hetzelfde geldt voor het verbod op grond van slaafs nabootsing.
Volledige proceskosten worden toegewezen (€ 11.000,-).
Lees het vonnis hier.