Het woord 'voorheen' maakt dat niet anders
Vzr. Rechtbank Zutphen, 18 februari 2009, KG ZA 09-26 (Zonweringsspecialist). (met dank aan Sandra Koloc, JPR advocaten).
Handelsnaamrecht. Met eiser is de voorzieningenrechter van oordeel dat gedaagde inbreuk maakt op het aan eiser overgedragen handelsnaamrecht. Gebruik na 'voorheen' is ook gebruik en zelfs als de naam niet meer wordt gebruikt is beroep op bescherming nog mogelijk. Het gebruik van de eigen familienaam door gedaagde is i.c. niet meer toegestaan. Ook het doen van onrechtmatige uitlatingen dient te worden gestaakt. 1019h proceskosten: €3.662,- (geen extra kosten voeging).
Eiser heeft in 2003 ‘Zonweringpecialist [naam gedaagde]’ overgenomen van gedaagde. In 2007 is eiser gestopt met de maandelijkse aflossingen aan gedaagde omdat hij er rekening mee hield dat gedaagde de overeenkomst tot overdracht van zijn bedrijf zou ontbinden. Eiser is de naam ‘Zonweringsspecialist Uzon, voorheen [naam gedaagde]’ gaan voeren en verhuisd. Gedaagde is direct hierna in (zijn) oude pand een bedrijf met de naam ‘Zonweringsconcurrent [naam gedaagde]'gestart en heeft dit aan alle vroegere klanten per brief laten weten.
5.3. De Vof heeft aangevoerd dat eiser thans geen recht meer kan doen gelden op het gebruik als handelsnaam van de naam Zonweringspecialist [naam gedaagde], omdat hij geen gebruik meer maakt van die naam. Eiser drijft volgens de Vof zijn onderneming nu prominent onder de naam Zonweringspecialist Uzon. Ook dit verweer houdt geen stand. (…) Het feit dat Bosscher bij de aanduiding van zijn bedrijf gebruik maakt van de naam Uzon zonder de toevoeging [naam gedaagde] sluit evenwel niet uit dat hij ook gebruik maakt van die naam met de toevoeging (v/h of voorheen) [naam gedaagde]. De Vof heeft dit ook niet (voldoende) weersproken. Zij heeft immers zelf verklaard dat op de winkelruit van het bedrijf van Bosscher onder de naam Uzon staat vermeld: voorheen [naam gedaagde] en dat Eiser in incidentele gevallen gebruik maakt van de toevoeging [naam gedaagde] aan zijn bedrijfsnaam. De Vof heeft voorts geen afbeeldingen van bestelbus, visitekaartje en briefpapier in het geding gebracht, die de stelling van eiser dat hij de naam nog steeds gebruikt (kunnen) weerleggen.
Maar wat hier ook van zij, ook als eiser niet meer actief gebruik zou maken van (onderdelen van) de handelsnaam Zonweringspecialist [naam gedaagde], komt hem een beroep toe op de bescherming van artikel 5 van de Handelsnaamwet (Hnw). Daarin is immers bepaald dat het verboden is een handelsnaam te voeren, die, vóórdat de onderneming onder die naam werd gedreven, al door een ander rechtmatig gevoerd werd, of die van diens handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt, een en ander voor zover dientengevolge, in verband met de aard van de ondernemingen en de plaats, waar zij gevestigd zijn, bij het publiek verwarring tussen die ondernemingen te duchten is.
5.4. Eiser kan gevolgd worden in zijn stelling dat de handelsnaam van de Vof slechts in geringe mate afwijkt van de door hem eerder al rechtmatig gevoerde handelsnaam. Aangenomen moet worden dat voor het in deze relevante publiek, voornamelijk bestaande uit particulieren uit Apeldoorn en omgeving, de woorden "[achternaamnaam gedaagde]" al dan niet aangevuld met de voornaam van gedaagde de meest kenmerkende bestanddelen van de handelsnaam Zonweringspecialist [naam gedaagde] zijn en dat zij de onderneming van eiser meestal zullen aanduiden als "[(voornaam)][naam gedaagde]". De latere toevoeging van het woord "voorheen" maakt dat niet anders.
5.5. Dat verwarringsgevaar te duchten is, is voldoende aannemelijk geworden. De handelsnaam van de Vof bevat het meest kenmerkende bestanddeel van de handelsnaam waar eiser zich van bedient, partijen zijn met dezelfde producten op dezelfde markt actief en zijn ook beiden in Apeldoorn gevestigd. De Vof heeft aangevoerd dat haar niet verweten kan worden dat zij verwarring zaait door gebruik te maken van de handelsnaam [achternaam gedaagde]. Door de mededeling dat de echte [naam gedaagde] is verbonden aan haar onderneming, schept zij juist duidelijkheid over de betrokkenheid van [naam gedaagde] bij haar bedrijf. Eiser zaait volgens de Vof zelf verwarring door gebruik te maken van meerdere handelsnamen en door geen antwoord te (kunnen) geven op de vraag of hij de echte [naam gedaagde] is. Met deze stellingen miskent de Vof echter dat zij in beginsel het risico draagt voor haar verwarringwekkend gebruik van een naam die nauwelijks afwijkt van de eerder door eiser rechtmatig gevoerde handelsnaam. Die verwarring heeft, anders dan de Vof heeft aangevoerd, geen betrekking op de vraag of de natuurlijke persoon die dezelfde naam als de onderneming draagt al dan niet hij de onderneming betrokken is, maar op de vraag met welke onderneming het betreffende publiek van doen denkt te hebben. Voldoende aannemelijk is dat het gevaar bestaat dat het voor het relevante publiek niet duidelijk is met welk bedrijf men van doen heeft. Ook is aannemelijk dat het relevante publiek zal veronderstellen dat de Zonweringsconcurrent [achternaam gedaagde] aan de onderneming van eiser gerelateerd is. In het onderhavige geval kan de Vof verweten worden dat zij door haar mededeling "de echte [naam gedaagde] is terug" in haar mailing en advertenties in hoge mate, bewust heeft bijgedragen aan het gevaar van verwarring en dat nog meer in de hand heeft gewerkt door haar onderneming te vestigen in de bedrijfsruimte waar eiser tot maart 2008 zijn bedrijf had.
5.6. De vordering onder I is gelet op dit alles voor toewijzing vatbaar. Het verweer van de Vof dat toewijzing van de vordering inbreuk maakt op het recht van gedaagde en zijn familieleden om hun familienaam te gebruiken, treft geen doel. Het verbod heeft immers alleen betrekking op het gebruik van de achetrnaam van gedaagde als handelsnaam voor -kort gezegd- activiteiten op het gebied van zonweringen en aanverwante producten.
Lees het vonnis hier.