16 apr 2024
Hof oordeelt over bevoegdheid octrooigemachtigde na vertrek opdrachtnemer
Hof Den Haag 16 april 2024, IEF 22373; ECLI:NL:GHDHA:2024:2081 (Team Absolute tegen Verweerder) Team Absolute heeft een klacht ingediend bij de raad van toezicht van de Orde van Octrooigemachtigden, waarin zij verweerder verwijten ten onrechte als hun octrooigemachtigde te hebben opgetreden zonder hun expliciete toestemming. Verweerder is in dienst van het Octrooibureau en heeft de octrooizaak van Team Absolute overgenomen van [A], die het Octrooibureau heeft verlaten. Hierdoor heeft verweerder het Europees Octrooibureau verzocht om hem als nieuwe vertegenwoordiger namens het Octrooibureau bij de zaak van Team Absolute te registreren. Dit heeft hij ook aan Team Absolute meegedeeld. Vervolgens heeft verweerder aan Team Absolute gemeld dat hij had geconstateerd dat zij een andere vertegenwoordiger hadden aangesteld en hen gevraagd om deze aanstelling te bevestigen. Hierna heeft de nieuwe vertegenwoordiger het Europees Octrooibureau verzocht de gegevens te corrigeren. Naar aanleiding hiervan heeft Team Absolute de klachtprocedure bij de raad van toezicht gestart. De raad van toezicht heeft de klachten ongegrond verklaard, waarbij werd geoordeeld dat het Octrooibureau terecht de belangen van Team Absolute bleef behartigen na het vertrek van [A]. Team Absolute is tegen deze beslissing in hoger beroep gegaan.
Om vast te stellen wie de opdrachtnemer van Team Absolute is, past het hof de Kribbebijter-maatstaf toe: bepalend is wat partijen hebben besproken, hoe zij handelden en wat zij daaruit mochten afleiden. Het hof oordeelt dat het Octrooibureau, en niet de vertrokken werknemer [A], opdrachtnemer was, aangezien [A] handelde als werknemer. Bij diens vertrek nam verweerder de zaken over, wat volgens het hof gerechtvaardigd was. Verweerder mocht zich daarom terecht als nieuwe vertegenwoordiger bij het Europees Octrooibureau laten registreren. Het hof bevestigt de beslissing van de raad van toezicht.
6.6. Uitgangspunt is derhalve dat niet [A] zelf, maar het Octrooibureau als opdrachtnemer heeft te gelden omdat er een rechtspersoon (het Octrooibureau) bij de opdracht is betrokken. Omdat er geen schriftelijke opdracht, al dan niet vergezeld van algemene voorwaarden, in het geding is gebracht zal een afwijking van dit uitgangspunt moeten worden afgeleid uit relevante omstandigheden waaronder verkeersopvattingen en branchegebruiken. Het hof is van oordeel dat uit de relevante omstandigheden juist volgt dat [A] heeft gehandeld als werknemer en niet als zelfstandig opdrachtnemer. Zo heeft [A] bij de Nederlandse, Internationale en Europese octrooiaanvragen de volledige naam en het kantooradres van het Octrooibureau vermeld en werd de correspondentie door [A] op briefpapier van het Octrooibureau verstuurd4. [verweerder] heeft onweersproken gesteld dat de declaraties door het Octrooibureau zijn verzonden en dat Team Absolute de facturen aan het Octrooibureau heeft betaald. Dat [verweerder] het Octrooibureau als opdrachtnemer beschouwde blijkt duidelijk uit zijn mailbericht van 15 april 2020 waarin staat: ‘uw octrooizaken zijn tot nu toe vanuit [het Octrooibureau] behandeld door [A]’. Vanwege het vertrek van [A] is in deze mail tevens vermeld: ‘Uw octrooizaken zullen daarom vanuit [het Octrooibureau] verder worden behartigd door Mr Ir [verweerder]’. Indien Team Absolute niet het Octrooibureau als opdrachtnemer beschouwde maar [A] zelf, had het op de weg van Team Absolute gelegen om hierop te reageren. Dat heeft Team Absolute niet gedaan. Sterker nog, Team Absolute heeft geruime tijd na het vertrek van [A], op 25 januari 2021, een mail aan het Octrooibureau gestuurd waarin Team Absolute formeel opdracht heeft gegeven om de instandhoudingskosten voor de patenten NL en EP te voldoen. Team Absolute vermeldt in die mail dat zij niet zeker weet of het gelukt is om via de betalingslink te betalen. Deze link bevat onder meer de naam van het Octrooibureau.