Gepubliceerd op vrijdag 2 augustus 2024
IEF 22172
Unified Patent Court (UPC) ||
23 jul 2024
Unified Patent Court (UPC) 23 jul 2024, IEF 22172; (Progress Maschinen & Automation tegen AWM en Schnell), https://delex.nl/artikelen/hof-van-beroep-van-upc-vernietigt-beslissing-omtrent-verzoek-tot-bewijsbewaring

Hof van Beroep van UPC vernietigt beslissing omtrent verzoek tot bewijsbewaring

UPC CoA 23 juli 2024, IEF 22172, IEFbe 3766; UPC_CoA_177/2024 (Progress Maschinen & Automation tegen AWM en Schnell). In deze zaak heeft Progress, appellant, een verzoek ingediend om inspecties te (laten) doen en bewijs te bewaren bij AWM en Schnell, verweerders. Een dergelijk verzoek staat beschreven in artikel 60 UPCA. Het Gerecht in Eerste Aanleg oordeelt dat Progress te laat een verzoek tot openbaarmaking van het bewijsmateriaal heeft ingediend en daarom niet-ontvankelijk is in haar verzoek. Progress betwist de vaststelling van het Gerecht in Eerste Aanleg dat Progress niet op tijd was met het verzoek tot openbaarmaking van het bewijsmateriaal. Het Hof van Beroep gaat hierin mee. Openbaarmaking aan de verzoeker is inherent aan de verzoeken tot bewaring van bewijs en inspectie van gebouwen. In dat oorspronkelijke verzoek heeft Progress ook uitdrukkelijk verzocht tot openbaarmaking.

Nu het Gerecht in Eerste Aanleg Progress geen toegang heeft verleend tot het bewijsmateriaal en er geen eindbeschikking is waarbij haar verzoek om openbaarmaking is afgewezen, is de termijn voor het instellen van een beroep dat tot een beslissing ten gronde leidt, niet gaan lopen. Het beroep wegens niet-nakoming dat Progress daarna heeft ingesteld, is dus tijdig ingesteld. Het Gerecht in Eerste Aanleg heeft ook beslist dat de maatregelen tot inspectie van gebouwen en bewaring van bewijsmateriaal moeten worden ingetrokken. Dit besluit van het Gerecht in Eerste Aanleg wordt door het Hof van Beroep vernietigd. Omdat de zaak ten gronde nog niet tussen partijen is besproken, verwijst het Hof van Beroep de zaak terug naar het Gerecht in Eerste Aanleg.

14. In the light of the principles set out above, Progress rightly challenges the Court of First Instance’s finding that Progress failed to make a request for disclosure of evidence before 16 February 2024. Such a request for disclosure was inherent in the applications which Progress lodged on 23 August 2023. Moreover, in those applications, Progress expressly requested the Court to make a report “such that the Court can release that information to [Progress] which [Progress] needs to prepare the action on the merits”. The Court of First Instance should have decided on that request without requiring a further request from Progress.