28 feb 2023
Hof wijst incidenteel verzoek tot stillegging procedure af
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden 28 februari 2023, IEF 21284; ECLI:NL:GHARL:2023:1770 (Google tegen Sonos c.s.) Sonos c.s. stellen dat de hoofdzaak niet kan worden voortgezet omdat het cassatieberoep schorsende kracht heeft op grond van artikel 404 Rv. Het hof is van oordeel dat dit standpunt niet kan worden gevolgd, omdat het onbevoegdheidsvonnis en de daaropvolgende tussenarresten van het hof Den Haag geen definitieve beslissingen zijn over wat Google in de hoofdzaak heeft gevorderd. Een cassatieberoep van een tussenarrest heeft geen schorsende werking, tenzij er tussentijds beroep in cassatie openstaat of is opengesteld. Dit is niet het geval, dus de cassatie schorst de hoofdzaak niet. Het hof ziet ook geen andere redenen om de procedure bij het hof te schorsen, aan te houden of door te halen en merkt op dat het beroep op de onbevoegdheid van het hof niet opgaat omdat het hof de appelinstantie is van de vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland. Het hof wijst de incidentele vorderingen van Sonos c.s. af.
4.1 Sonos c.s. stellen zich op het standpunt dat de Hoofdzaak hangende de cassatieprocedure niet kan worden voortgezet. Zij beroepen zich daartoe op de schorsende kracht van het cassatieberoep op grond van artikel 404 Rv.
4.2 Het hof is van oordeel dat dit standpunt van Sonos c.s. niet kan worden gevolgd.
Met dit standpunt miskennen Sonos c.s. namelijk dat het Onbevoegdheidsvonnis
en de daarop volgende twee arresten van het hof Den Haag tussenarresten zijn, omdat de rechtbank en het hof Den Haag daarin geen definitieve beslissingen hebben gegeven over hetgeen Google in de Hoofdzaak heeft gevorderd. De tussenarresten van het hof Den Haag moeten naar het oordeel van het hof worden aangemerkt als uitspraken in de zin van artikel 401a lid 2 Rv.
4.3 Een cassatieberoep van een tussenarrest, waartegen geen tussentijds beroep in cassatie openstaat of is opengesteld, heeft geen schorsende werking. Dit volgt uit het arrest van de Hoge Raad van 19 februari 2010 (ECLI:NL:HR:2010:BK4476). Door Sonos c.s. is niet gesteld en ook is dit niet gebleken dat het hof Den Haag de mogelijkheid tot tussentijds cassatieberoep tegen het arrest van 31 mei 2022 heeft opengesteld. Omdat het hof Den Haag geen tussentijds cassatieberoep heeft opengesteld, schorst de cassatie de Hoofdzaak niet. Dat Sonos c.s. bij de rechtbank Midden-Nederland heeft moeten procederen op basis van het VRO, noopt niet tot een uitzondering op deze hoofdregel. De door Sonos c.s. gemaakte verwijzing naar het arrest van de Hoge Raad van 11 december 2009 (ECLI:NL:HR:2009:BK0857) gaat niet op. Anders dan in het genoemde arrest, waarbij de rechter door een onterecht ontslag van instantie niet aan een inhoudelijk beoordeling van de zaak was toegekomen, heeft de rechtbank Midden-Nederland de zaak namelijk wel inhoudelijk behandeld. De rechtbank Midden-Nederland heeft de vorderingen van Google na vaststelling van de feiten op grond van de stelplicht afgewezen. Dat is een inhoudelijke beoordeling en niet een louter processuele afwijzing als bedoeld in het hiervoor genoemde arrest van 11 december 2009. De stelling van Sonos c.s. dat dit hof de zaak na vernietiging van het vonnis van de rechtbank Midden-Nederland zou moeten terugwijzen naar de rechtbank Midden-Nederland gaat daarom niet op.
4.4 Het hof is bovendien, anders dan Sonos c.s. betogen, van oordeel dat niet valt in te zien hoe Sonos c.s. door de toepassing van het VRO in hun belangen zijn geschaad. De vorderingen van Google in de Hoofdzaak zijn door de rechtbank Midden-Nederland immers afgewezen. Anders dan Sonos c.s. betogen, kent het Nederlands (burgerlijk) procesrecht ook geen fundamenteel recht op een (volledige) feitelijke analyse in twee instanties.
De devolutieve werking van het hoger beroep brengt mee dat dit hof, voor zover de grieven daarom vragen, de zaak opnieuw feitelijk en juridisch beoordeelt, zodat ook om die reden niet valt in te zien hoe de processuele positie van Sonos c.s. is geschaad. Het hof ziet ook geen andere gronden om de procedure bij het hof te schorsen, aan te houden of door te halen. Het hof merkt tot slot op dat het beroep op de onbevoegdheid van het hof (omdat de bevoegdheid van de rechtbank Midden-Nederland wordt betwist) evenmin opgaat. Dit hof is de appelinstantie van de vonnissen van de rechtbank Midden-Nederland. Voor het overige verwijst het hof naar het arrest van het hof Den Haag van 31 mei 2022.