Hoge eisen aan verwarringsgevaar
Vzr. Rechtbank Utrecht, 2 juni 2010, KG ZA 10-378, Harbour Horeca B.V. tegen De Utrechtse Haven B.V. (met dank aan Mark Krul, GMW Advocaten)
Merkenrecht. Handelsnaamrecht. Restaurant Harbour Club in Scheveningen tegen restaurant Harbour Club in Utrecht. Geen rechtsverwerking (enige tijd stil zitten alleen is onvoldoende). Geen inbreuk op beeldmerk eiser (woordbestanddeel Harbour Club is in hoge mate beschrijvend).
Wel inbreuk handelsnaamrecht. Nog weer oudere handelsnaam van een derde niet van belang. Geringe beschermingsomvang: “De bescherming van de handelsnaam The Harbour Club’ is in zoverre zwak dat hoge eisen moeten worden gesteld aan het hierna te bespreken verwarringsgevaar.” Verwarringsgevaar wel aangenomen: de bekendheid van het restaurant in Scheveningen strekt zich uit tot Utrecht, “van louter plaatselijk gebruik van de handelsnaam is geen sprake.” Uitbreidingsplannen eiser m.b.t. nieuw restaurant in Amsterdam vergroten de bekendheid nog verder. Domeinnamen gedaagde worden i.c. als handelsnamen aangezien. Lees het vonnis hier.
4.13. De voorzieningenrechter is van oordeel dat verwarringsgevaar voorshands voldoende aannemelijk is geworden. Daarbij heeft de voorzieningenrechter allereerst in aanmerking genomen dat de aard van beide ondernemingen hetzelfde is. Harbour Horeca en De Utrechtse Haven exploiteren immers beide (een) in een haven gelegen restaurant(s) met moderne uitstraling. Voorts wordt in aanmerking genomen dat de door De Utrechtse Haven gevoerde handelsnaam slechts in geringe mate afwijkt van de in geding zijnde handelsnaam van Harbour Horeca. De handelsnamen zijn immers, op het ondergeschikte woord "The" na, identiek. Voor het op normale wijze oplettend en onderscheidend publiek (de bezoeker van een restaurant) kan dit verwarrend zijn, in die zin dat de indruk wordt gewekt dat enig verband bestaat tussen de beide restaurants. Anders gezegd: er is sprake van verwarringsgevaar. De restaurants van partijen zijn weliswaar niet in dezelfde stad gevestigd, maar daar staat tegenover dat Harbour Horeca voorshands voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat haar bekendheid zich ook uitstrekt tot Utrecht. Harbour Horeca heeft diverse publicaties en print-outs van websites overgelegd waaruit blijkt dat zij zich niet alleen via haar website landelijk profileert maar dat ook door de landelijke media aandacht wordt besteed aan haar restaurants in Scheveningen en Rotterdam. Van een louter plaatselijk gebruik van de handelsnaam is derhalve geen sprake. Onweersproken is ook dat Harbour Horeca voornemens is een derde restaurant onder de naam "The Harbour Club" te openen in Amsterdam. Hierdoor zal de bekendheid van de handelsnaam van Harbour Horeca - in ieder geval in de randstad - nog verder vergroten.
4.14. De voorzieningenrechter is op grond van de vorenstaande feiten en omstandigheden - in onderling samenhang bezien - van oordeel dat voorshands voldoende aannemelijk is geworden dat in een bodemprocedure zal worden geoordeeld dat er sprake is van een inbreuk op de handelsnaam van Harbour Horeca.
Lees het vonnis hier.