23 dec 2022
HR: DR c.s. tegen Samsung
HR 23 december 2022, IEF 21179; (DR c.s. tegen Samsung) Zie [IEF 20767] en [IEF 19415]. In lijn met de conclusie van P-G Van Peursem verwerpt de Hoge Raad het beroep van Samsung tegen de uitspraak van het hof van 21 april 2020. Het hof heeft terecht geoordeeld dat de uiterlijke kenmerken van de Gemeenschapsmodellen, bestaande in ribbels en rasters, uitsluitend door de technische functie worden bepaald, zodat deze van bescherming op grond van het gemeenschapsmodellenrecht zijn uitgesloten. Het oordeel van het hof geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting en is zozeer verweven met waarderingen van feitelijke aard dat het voor het overige niet op juistheid kan worden onderzocht. Het oordeel strookt met de uitleg die het HvJEU in het hiervoor in 4.3 genoemde Doceram-arrest heeft gegeven aan de Gemeenschapsmodellenverordening.
4.4.5. Op grond van het voorgaande is het hof van oordeel dat alle uiterlijke kenmerken die GM 687 respectievelijk GM 551 volgens Samsung eigen karakter geven, technisch zijn bepaald. In het Doceram / CeramTec-arrest (HvJ EU 8 maart 2018, zaak C-395/16, ECLI:EU:C:2018:172) heeft het HvJ EU overwogen “dat artikel 8, lid 1, van verordening nr. 6/2002 uitsluit dat uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel op grond van het gemeenschapsmodellenrecht worden beschermd wanneer andere overwegingen dan de noodzaak dat het voortbrengsel zijn technische functie vervult, met name overwegingen met betrekking tot het visuele aspect van het voortbrengsel, geen rol hebben gespeeld bij de keuze van die kenmerken, ook al zijn er andere modellen waarmee dezelfde functie kan worden vervuld”. Vastgesteld dient derhalve te worden of de hiervoor besproken uiterlijke kenmerken van GM 687 en GM 551 uitsluitend technisch zijn bepaald, dan wel of bij de vormgeving daarvan ook andere factoren een rol hebben gespeeld. In dat verband heeft het HvJ EU overwogen “dat voor de beoordeling of uiterlijke kenmerken van een voortbrengsel uitsluitend door de technische functie van dat voortbrengsel worden bepaald, nagegaan moet worden of die functie de enige factor is die bepalend was voor die kenmerken, en dat in dit verband niet doorslaggevend is of er alternatieve modellen zijn.”. Gelet op deze rechtsoverweging is dus niet doorslaggevend dat hetzelfde technische effect bereikt had kunnen worden met een op andere wijze vormgegeven ribbel- of rasterpatroon, of handvat, waarvoor volgens Samsung vele mogelijke varianten zouden bestaan.
4.4.6. Naar het oordeel van het hof heeft als uitgangspunt te gelden dat het voor producten zoals de onderhavige in het algemeen niet voor de hand ligt dat er bij de totstandkoming van de uiterlijke kenmerken andere factoren een rol spelen dan de met de vormgeving te vervullen technische functie. Gelet op de noodzakelijke compatibiliteit met de printer waarvoor de cartridge is bestemd, zullen bij de aankoopbeslissing door de consument met name de typeaanduiding (voor compatibiliteit) en het merk en de prijs (in verband met de wens / afweging of men een ‘origineel’ product – afkomstig van de producent van de printer – zal kopen of niet) een rol spelen. Dat een consument zich bij de aankoopbeslissing van een cartridge zal laten leiden door vormgevingsaspecten is niet aannemelijk en door Samsung ook niet (voldoende gemotiveerd) gesteld. In dat licht acht het hof de stelling van Samsung dat bij de totstandkoming van de uiterlijke kenmerken de wens om de cartridge een eigen, herkenbaar en origineel en/of esthetisch karakter te geven ter onderscheiding / herkenning van het model een rol heeft gespeeld, onvoldoende en te ongeloofwaardig om af te wijken van het hiervoor vermelde uitgangspunt. Derhalve moet er naar het oordeel van het hof vanuit gegaan worden dat alle uiterlijke kenmerken van GM 687 en GM 551 uitsluitend technisch zijn bepaald, zodat deze van bescherming op grond van het gemeenschapsmodellenrecht zijn uitgesloten.