17 dec 2021
Uitspraak ingezonden door Muriel van den Hazenkamp, Bernhaege Advocaten, en Vivien Rorsch, La Rorsch.
HR: ITT tegen Karl Dungs
HR 17 december 2021, IEF 20409; ECLI:NL:HR:2021:1908 (ITT tegen Karl Dungs) Deze zaak is een vervolg op HR 30 november 2018, ECLI:NL:HR:2018:2221 [IEF 18133]. Zie ook [IEF 20048]. Na terugwijzing heeft het hof geoordeeld dat de domeinnaamhouder met de domeinnaam ‘dungs.nl’ inbreuk maakt op het Uniemerkrecht van de merkhouder, hetgeen het gebruik van deze domeinnaam jegens hem onrechtmatig maakt, en dat (dit betekent dat) de merkhouder niet onrechtmatig handelt door de domeinnaam ‘dungs.nl’ aan zich te laten overdragen. In het daartegen gerichte cassatiemiddel wordt aangevoerd dat inbreuk makende uitingen op een website niet zonder meer de overdracht van een domeinnaam rechtvaardigen. Daarnaast wordt geklaagd over de proceskostenveroordeling, voor zover deze is geschied op de voet van art. 1019h Rv. De Hoge Raad verwerpt het cassatieberoep op grond van artikel 81 Ro.
3 Beslissing
De Hoge Raad:
- verwerpt het beroep;
- veroordeelt [eisers] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Karl Dungs begroot op € 902,34 aan verschotten en € 7.600,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eisers] deze niet binnen veertien dagen na heden hebben voldaan.