5 okt 2017
HvJ EU: Artikel 22 EEX-Vo niet van toepassing op geschillen die ertoe strekken dat wordt bepaald of een persoon terecht als merkhouder is geregistreerd
HvJ EU 5 oktober 2017, IEF 17150; IEFbe 2363; ECLI:EU:C:2017:738 (Hanssen Beleggingen tegen Tanja Prast-Knipping) Merkenrecht. Bevoegdheid van de gerechten van de woonplaats van de verweerder – Artikel 22, punt 4 – Exclusieve bevoegdheid voor de registratie en de geldigheid van intellectuele-eigendomstitels – Geding om te bepalen of een persoon terecht als merkhouder is geregistreerd. Conclusie A-G [IEF 16954]. HvJ EU:
Artikel 22, punt 4 [EEX-Vo], moet aldus worden uitgelegd dat het niet van toepassing is op geschillen die ertoe strekken dat wordt bepaald of een persoon terecht als merkhouder is geregistreerd.
Gestelde vraag [IEF 16136]:
“Omvat het begrip geschillen inzake “de registratie of de geldigheid van [...] merken” als bedoeld in artikel 22, punt 4 [EEX-Verordening] ook een vordering die ertoe strekt dat de in het Benelux-merkenregister formeel ingeschreven houdster van een Benelux-merk bij het Benelux-Bureau voor de Intellectuele Eigendom verklaart dat zij geen rechten heeft op het betrokken merk en afziet van de inschrijving als merkhoudster?”