Gepubliceerd op donderdag 12 januari 2023
IEF 21171
HvJ EU ||
22 dec 2022
HvJ EU 22 dec 2022, IEF 21171; ECLI:EU:C:2022:1016 (Christian Louboutin tegen Amazon), https://delex.nl/artikelen/hvj-eu-christian-louboutin-tegen-amazon

HvJ EU: Christian Louboutin tegen Amazon

HvJ EU 22 december 2022; IEF 21171, ECLI:EU:C:2022:1016 (Christian Louboutin tegen Amazon) De Luxemburgse rechter in eerste aanleg heeft prejudiciële vragen gesteld over de uitleg van artikel 9, lid 2, van verordening (EU) 2017/1001 inzake het Uniemerk [zie: IEF 19975]. Amazon publiceerde regelmatig verkoopaanbiedingen voor hakken met rode zolen zonder toestemming van Christian Louboutin, houder van het zogenoemde positiemerk ‘rode zool’ voor hoge hakken. De rechter in eerste aanleg stelde de prejudiciële vraag in hoeverre Amazon aansprakelijk kan worden gehouden voor het aanbieden van de hakken op zijn platform.

Amazon beheert websites waarin onlinemarktplaatsen voor onlineverkoop zijn geïntegreerd. Het Hof heeft bepaald dat indien aan merken gelijke tekens of daarmee  overeenstemmende tekens worden getoond op een dergelijke onlinemarktplaats, deze tekens uitsluitend door de klanten-verkopers worden gebruikt en niet door de beheerder van de websites zelf. De websites van Amazon bevatten echter ook verkoopaanbiedingen van Amazon zelf. Het Hof verklaart voor recht dat Amazon kan worden geacht zelf gebruik te maken van het merk van Louboutin, indien derde verkopers zonder toestemming van Louboutin hoge hakken met een rode zool aanbieden op de websites van Amazon. Hierbij is het relevant dat Amazon tegelijkertijd verkoopaanbiedingen weergeeft betreffende waren die hij in eigen naam en voor eigen rekening verkoopt, dat Amazon zijn eigen logo op alle verkoopaanbiedingen weergeeft en dat hij de derde verkopers aanvullende diensten aanbiedt die met name bestaan in de opslag en de verzending van de waren.

Beantwoording van de prejudiciële vragen:

Het Hof (Grote kamer) verklaart voor recht:

Artikel 9, lid 2, onder a), van verordening (EU) 2017/1001 van het Europees Parlement en de Raad van 14 juni 2017 inzake het Uniemerk

moet in die zin worden uitgelegd dat

de beheerder van een website voor onlineverkoop waarin naast zijn eigen verkoopaanbiedingen ook een onlinemarktplaats is geïntegreerd, kan worden geacht zelf gebruik te maken van een teken dat gelijk is aan een Uniemerk van een ander voor dezelfde waren als die waarvoor dat merk is ingeschreven wanneer derde verkopers op die marktplaats zonder toestemming van de houder van dat merk dergelijke van dat teken voorziene waren te koop aanbieden, indien een normaal geïnformeerde en redelijk oplettende gebruiker van die website een verband legt tussen de diensten van die beheerder en het betrokken teken, hetgeen met name het geval is wanneer die gebruiker, gelet op alle elementen die de betrokken situatie kenmerken, de indruk kan krijgen dat het de beheerder zelf is die in eigen naam en voor eigen rekening de van dat teken voorziene waren in de handel brengt. In dit verband is het relevant dat deze beheerder een uniforme wijze van presentatie van de op zijn website gepubliceerde aanbiedingen hanteert, waarbij hij tegelijkertijd verkoopaanbiedingen weergeeft betreffende waren die hij in eigen naam en voor eigen rekening verkoopt en verkoopaanbiedingen betreffende waren die door derde verkopers op die marktplaats worden aangeboden, dat hij zijn eigen logo als gerenommeerde distributeur op al die verkoopaanbiedingen weergeeft en dat hij derde verkopers in het kader van de verhandeling van de van het betrokken teken voorziene waren aanvullende diensten aanbiedt die met name bestaan in de opslag en de verzending van die waren.