Gepubliceerd op maandag 20 februari 2023
IEF 21246
Rechtbank Noord-Nederland ||
15 feb 2023
Rechtbank Noord-Nederland 15 feb 2023, IEF 21246; ecli:NL:RBNNE:2023:547 (Bedworld tegen gedaagde), https://delex.nl/artikelen/inbreuk-op-benelux-beeldmerk-door-aanbieden-van-producten-op-bol-com

Uitspraak ingezonden door Hidde van der Kaaij en Sabin Tigu, Ploum

Inbreuk op Benelux-beeldmerk door aanbieden van producten op Bol.com

Rechtbank Noord-Nederland 15 februari 2023, IEF 21246; ECLI:NL:RBNNE:2023:547 (Bedworld tegen gedaagde) De zaak gaat over merkinbreuk van het Bedworld-merk door gedaagde. Bedworld beweert dat de tekens van gedaagde te veel lijken op het Bedworld-merk, terwijl gedaagde dit betwist. De rechtbank oordeelde dat de gedaagde inderdaad inbreuk heeft gemaakt op het merkrecht van Bedworld. Het verweer van de gedaagde dat Bedworld toestemming zou hebben gegeven, werd niet relevant geacht. Daarnaast heeft de rechtbank vastgesteld dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door zich aan te haken bij de listings van Bedworld op Bol.com en het gebruik van dezelfde EAN-nummers, waardoor verwarring kan ontstaan bij het publiek. Het gebruik van een 'merkloze' listing maakt het onrechtmatige handelen niet anders. De rechtbank heeft echter niet kunnen vaststellen dat de gedaagde onrechtmatig heeft gehandeld door de EAN-nummers te kopiëren die Bedworld ook gebruikte. De rechtbank oordeelt dat het kopiëren van EAN-nummers op zichzelf niet onrechtmatig is. De vordering van Bedworld om te verklaren dat de gedaagde onrechtmatig handelt door het aanhaken bij andere merken dan het Bedworld-merk wordt afgewezen omdat deze te vaag is.

4.3. De rechtbank stelt bij de beoordeling van het voorgaande het volgende voorop. Op grond van artikel 2.2 BVIE wordt het uitsluitend recht op een merk verkregen door de inschrijving van het merk, waarvan de aanvraag is verricht binnen het Benelux-gebied (Beneluxmerk) of voortvloeiend uit een inschrijving bij het Internationaal Bureau waarvan de bescherming zich uitstrekt tot het Beneluxgebied (internationaal merk).

4.9. Het woord ‘Bedworld’ is naar het oordeel van de rechtbank het onderscheidende en dominante element van zowel het Bedworld-merk als de tekens. Het woord ‘Bedworld’ is zowel in het Bedworld-merk als in de tekens met hoofdletters en in hetzelfde lettertype geschreven. Daarnaast is kenmerkend aan het Bedworld-merk dat een naar de wereldbol verwijzend figuratief teken voor de letter ‘O’ in het woord ‘Bedworld’ wordt gebruikt. In de door [gedaagde] gebruikte tekens wordt eveneens een figuratief, naar de wereldbol verwijzend, teken gebruikt voor de letter ‘O’, in teken 2 is zelfs hetzelfde figuratieve teken als dat van het Bedworld-merk zichtbaar. Tot slot zijn de letters ‘Bed’ in het woord ‘Bedworld’ in zowel het Bedworld-merk als in het eerste teken in een andere kleur geschreven dan de letters ‘world’.

4.11. Uitgaande van het onvolmaakte herinneringsbeeld dat bij het relevante publiek achterblijft, wordt door de rechtbank aangenomen dat bij de gemiddelde consument vooral de hiervoor omschreven overeenkomsten tussen het Bedworld-merk en de door [gedaagde] gebruikte tekens in het geheugen zullen blijven hangen. Daardoor bestaat naar het oordeel dan de rechtbank een reëel verwarringsgevaar bij het in aanmerking komende publiek, omdat bij het publiek de indruk kan ontstaan dat de door [gedaagde] aangeboden matrassen afkomstig zijn van Bedworld. Daarom is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde] inbreuk heeft gemaakt op het Bedworld-merk. Bedworld is derhalve op grond van artikel 2.20 lid 2 BVIE gerechtigd om [gedaagde] te verhinderen gebruik te maken van deze tekens. De rechtbank gaat in dat verband voorbij aan het - tijdens de mondelinge behandeling voor het eerst gevoerde - verweer dat Bedworld heeft ingestemd met de voorwaarden van Bol.com en daarmee toestemming zou hebben verleend voor het gebruik van de tekens. Zonder toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien dat Bedworld door het plaatsen van haar listings en het daarmee accepteren van de regels van Bol.com, tegenover derden haar merkenrechten betreffende die listings heeft prijsgegeven. De rechtbank gaat ook voorbij aan het verweer van [gedaagde] dat de vorderingen onder 1 en 3 niet toewijsbaar zijn, omdat deze vorderingen ondervangen zouden zijn door de onthoudingsverklaring. Bedworld heeft daar immers onweersproken tegen ingebracht dat de onthoudingsverklaring slechts ziet op het gebruik van de tekens in een beperkt aantal listings. De vorderingen onder 1 en 3 zullen daarom worden toegewezen.

4.15. De rechtbank is met Bedworld van oordeel dat [gedaagde] onrechtmatig jegens haar heeft gehandeld door het ‘aanhaken’ bij de door Bedworldaangemaakte listings met daarop zichtbaar de onder r.o. 2.6. vermelde tekens. [naam] heeft toegelicht dat hij namens [gedaagde] op Bol.com op zoek is gegaan naar listings met de ‘best verkochte’ matrassen en tussen deze listings gezocht heeft naar matrassen die volgens hem identiek zijn aan, althans leken op de matrassen van [gedaagde] . [naam] heeft de door Bedworld aangemaakte (volgens hem uitsluitend merkloze) listings gebruikt, waardoor [gedaagde] zich heeft aangemeld als verkoper/aanbieder van de in die listings omschreven matrassen. [gedaagde] heeft voor de verkoop van zijn matrassen dus bewust listings gebruikt, met daarin zichtbaar de tekens zoals omschreven in r.o. 2.6., terwijl die tekens bij het publiek de indruk kunnen wekken dat matrassen worden aangeboden die afkomstig zijn van Bedworld. [gedaagde] heeft naar het oordeel van de rechtbank aldus verwarring laten ontstaan waar dat eenvoudig was te voorkomen, waardoor sprake is van ongeoorloofde concurrentie en daarmee onrechtmatig handelen.

4.19. Het voorgaande betekent dat de rechtbank voor recht zal verklaren dat [gedaagde] onrechtmatig heeft gehandeld jegens Bedworld door aan te haken bij het Bedworld-merk. In zoverre zal de vordering onder 2 worden toegewezen. Bedworld vordert dat voor recht wordt verklaard dat [gedaagde] onrechtmatig handelt door het aanhaken bij de merken van Bedworld, maar Bedworld heeft niet gesteld welke op welke andere merken dan het Bedworld-merk zij doelt. De rechtbank zal de vordering onder 4 afwijzen, omdat ‘ieder’ onrechtmatig handelen naar het oordeel van de rechtbank te onbepaald is en de rechtbank – zoals hiervoor onder r.o. 4.17 is overwogen – het kopiëren van EAN-nummers sec niet onrechtmatig acht.