Indien een vertegenwoordiger is aangewezen
Gerecht EU 25 april 2012, zaak T-326/11 (Brainlab tegen OHIM, BRAINLAB)
Herstelverzoek merkenrecht. Het verzoek tot herstel van het woordmerk BrainLAB wordt door de dienst "register van inschrijvingen en daarmee verbonden datanken" afgewezen. Rekening houdend met de termijn die voor de indiening van het verzoek om hernieuwing en voor de betaling van de vernieuwingtaks is gesteld, herstel in de vorige toestand. Het aangevoerde middel: alle betrokkenen waren ondanks het betrachten van alle in de gegeven omstandigheden noodzakelijke zorgvuldigheid niet in staat tegenover verweerder een termijn in acht te nemen, alsook de voor de indiening van het verzoek tot herstel in de vorige toestand gestelde termijn van twee maanden in acht is genomen.
Het Gerecht EU vernietigt de beslissing van de kamer van beroep omdat volgens regel 67 van de uitvoeringsverordening, indien een vertegenwoordiger is aangewezen, alle kennisgevingen aan hem moeten worden gericht. De kamer van beroep heeft overigens erkend dat de rappel „inderdaad verkeerdelijk” niet naar de aangewezen vertegenwoordigers, maar rechtstreeks naar verzoekster was verstuurd.
In citaten:
46 Een partij moet voor de tijdige vernieuwing van haar gemeenschapsmerkinschrijving weliswaar blijk geven van alle in de gegeven omstandigheden noodzakelijke zorgvuldigheid, wat in beginsel met zich meebrengt dat zij snel en passend reageert op de ontvangst van een krachtens regel 29 van de uitvoeringsverordening door het BHIM rechtstreeks tot haar gerichte mededeling.
47 Wanneer deze partij het beheer van de opvolging van haar gemeenschapsmerk heeft toevertrouwd aan een professionele vertegenwoordiger en het BHIM daarvan naar behoren heeft ingelicht, is het BHIM niettemin ertoe gehouden rekening te houden met deze keuze door zijn officiële dienstmededelingen te richten tot deze aangewezen vertegenwoordiger om hem in staat te stellen de belangen van zijn opdrachtgeefster te verdedigen met de hogere zorgvuldigheid waarvan hij als gekwalificeerde beoefenaar wordt geacht blijk te geven (zie in dit verband de richtsnoeren betreffende de procedures voor het BHIM, deel A, hoofdstuk 6, punt 6.2.3).48 In dit verband kan het BHIM niet op grond van artikel 47, lid 2, van verordening nr. 207/2009 en regel 29 van de uitvoeringsverordening aanvoeren dat deze bepalingen het BHIM ertoe verplichten de gemeenschapsmerkhouder, maar niet zijn aangewezen professionele vertegenwoordiger ervan in kennis te stellen dat de geldigheid van deze merkinschrijving binnenkort verstrijkt (zie punt 31 supra).
49 Dit betoog schendt immers regel 67 van de uitvoeringsverordening volgens welke, indien een vertegenwoordiger is aangewezen, alle kennisgevingen aan hem moeten worden gericht. De kamer van beroep heeft in punt 19 van de bestreden beslissing overigens erkend dat de rappel „inderdaad verkeerdelijk” niet naar de aangewezen vertegenwoordigers, maar rechtstreeks naar verzoekster was verstuurd.