Gepubliceerd op dinsdag 25 juli 2023
IEF 21582
Belgische gerechten ||
17 jul 2023
Belgische gerechten 17 jul 2023, IEF 21582; (WH SELFINVEST/ING België), https://delex.nl/artikelen/ing-pleegt-geen-merkinbreuk

Ingezonden door Tanguy de Haan en Jill Van Overbeke, NautaDutilh

ING pleegt geen merkinbreuk

Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel 17 juIi 2023, Rolnummer A/22/02087, IEF 21582, IEFbe 3683 (WH SELFINVEST/ING) In dit geschil oordeelt de Nederlandstalige ondernemingsrechtbank Brussel (hierna: de rechtbank) in kort geding over de merkenrechtelijke inbreukvordering van WH SELFINVEST (hierna: eiser), tegen ING België (hierna: verweerder). Eiser is houder van het geregistreerde merk ‘WH SELFINVEST’. Gedaagde heeft recentelijk een nieuwe online beleggingsdienst opgericht, onder de naam ‘ING Self Invest’. Eiser stelt dat gedaagde met deze dienst inbreuk pleegt op haar merkenrecht en vordert staking van deze inbreuk.

De rechtbank dient te oordelen over de overeenkomsten tussen de twee tekens. De termen ‘selfinvest’ en ‘Self Invest’ worden geacht zwak onderscheidende bestanddelen te zijn. Merk en teken stemmen visueel en auditief slechts beperkt overeen, nu zij beide op de termen 'selfinvest' en ‘Self Invest’ eindigen, maar het begin van beide merken sterk verschillen. Begripsmatig is er enige overeenkomstigheid, omdat zij naar hetzelfde concept verwijzen. De overeenstemming tussen merk en teken ontstaat door het zwak onderscheidende bestanddeel 'selfinvest' en ‘Self Invest’, waar beide merken op eindigen. De rechtbank oordeelt dat er geen gevaar voor verwarring te duchten valt, ook omdat het niveau van aandacht van het relevante publiek hoger dan gemiddeld is en de aangesproken consumenten zullen begrijpen dat de beleggingsdienst van eiser niets te maken heeft met de onderneming van gedaagde. De andere vorderingen van eiser worden verworpen wegens een gebrek aan onderbouwing, dan wel omdat er niet kan worden vastgesteld dat er een merkenrechtelijke inbreuk is.

18 [...] De voorzitter benadrukt verder dat de beperkte mate van overeenstemming te wijten is aan het feit dat zij een zwak onderscheidend element gemeen hebben .De impact van dergelijke overeenstemming voor de globale beoordeling van het verwarringsgevaar is klein (HvJ 30 mei 2018, C-519/17 P en C-522/17 P tot C-525/17 P. L'Oréal/EUIPO, punt 73).