30 mrt 2018
Invoer van Villageoise palmolie uit Ecuador is merkinbreuk
Vzr. Rechtbank Overijssel 30 maart 2018, IEF 17675; ECLI:NL:RBOVE:2018:1448 (Villageoise) Inbreuk merkenrecht. Eiser heeft het woordmerk Villageoise en stelt dat er sprake is van merkinbreuk door Kronos. Er staat vast dat verscheping heeft plaatsgevonden van flessen palmolie vanuit Ecuador naar Nederland met het teken Villageoise. Koas heeft het exclusieve verkooprecht ten aanzien van palmolie met het Villageoise woordmerk. Koas heeft een overeenkomst gesloten met Kronos voor de facilitatie van de invoer van de Villageoise palmolie. Volgens Kronos is er geen sprake van merkinbreuk, omdat Koas toestemming van Eiser heeft verkregen om gebruik te maken van het woordmerk Villageoise. Ook als zal komen vast te staan dat eiser aan Koas toestemming heeft verleend om gebruik te maken van het woordmerk Villageoise, valt niet in te zien dat toestemming aan Koas impliceert dat ook Kronos toestemming van [eiser] heeft verkregen om het woordmerk te gebruiken. Ook dan blijft er sprake van de invoer van Villageoise palmolie door Kronos met het doel dat deze flessen in de handel worden gebracht. Aan het voorgaande doet niet af dat volgens Kronos deze en andere scheepsladingen Villageoise palmolie uit Ecuador uitsluitend bestemd zijn voor Koas. Het voorgaande leidt ertoe dat Kronos niet gerechtigd was de Villageoise palmolie in te voeren, zodat de vordering tot staken van deze merkinbreuk zal worden toegewezen.
4.5. Volgens Kronos is er geen sprake van merkinbreuk. Kronos stelt daartoe dat Koas toestemming van [eiser] heeft verkregen om gebruik te maken van het woordmerk Villageoise. Kronos wijst in dat verband onder meer op de koopovereenkomst van 22 augustus 2012, waarbij Koas exclusieve verkooprechten zou hebben verkregen ten aanzien van Villageoise merkproducten. Volgens Kronos behelsden deze rechten ook de productierechten en betekent deze toestemming aan Koas (en indirect aan de door haar betrokken derden) dat het Koas (en door haar ingeschakelde derden) is toegestaan om de palmolie onder het merkrecht Villageoise te (laten) produceren, importeren en distribueren .
4.6. De voorzieningenrechter volgt dit verweer van Kronos niet. Ook als zal komen vast te staan dat [eiser] aan Koas toestemming heeft verleend om gebruik te maken van het woordmerk Villageoise – hetgeen gemotiveerd wordt betwist door [eiser] en onderwerp van geschil is in de voornoemde bodemprocedure tussen [eiser] en Koas – valt, zonder nadere toelichting die ontbreekt, niet in te zien dat toestemming aan Koas impliceert dat ook Kronos toestemming van [eiser] heeft verkregen om het woordmerk te gebruiken.
4.7. Daarmee wordt toegekomen aan de vraag of Kronos gebruik heeft gemaakt van het merk. [eiser] heeft in dit kader onder meer aangevoerd dat Kronos de Villageoise palmolie naar Nederland heeft laten verschepen, de palmolie heeft laten afleveren bij Koas en deze ook aan Koas heeft gefactureerd. Volgens [eiser] heeft dit te gelden als het invoeren van de Villageoise palmolie door Kronos. [eiser] verwijst hiervoor naar het voornoemde proces-verbaal van constatering van 28 februari 2018 van Velthoven Gerechtsdeurwaarders te Rotterdam, de Bill of Lading van 31 januari 2018, de facturen van Kronos aan Koas van 4 januari 2018 en 20 februari 2018 en de verklaring van ICT van 21 februari 2018.
Daartegenover stelt Kronos dat niet zij, maar Koas de importeur is van de flessen Villageoise palmolie uit Ecuador. Zijzelf is slechts in opdracht van Koas betrokken bij de verscheping van deze flessen palmolie. Kronos levert Villageoise palmolie ook alleen aan Koas. Onderweg naar Nederland is de scheepslading al doorverkocht aan Koas, waardoor niet Kronos de ontvangende partij is van de scheepslading bij aankomst ervan in Rotterdam, maar Koas. De scheepslading wordt ook niet door Kronos ingeklaard. De scheepslading waar [eiser] naar verwijst is ingeklaard door ICT. Het is ook ICT die deze lading Villageoise palmolie heeft afgeleverd bij Koas voor de distributie ervan in Nederland. Dat niet zijzelf maar Koas de importeur is van de Villageoise palmolie uit Ecuador blijkt ook uit de tekst ‘imported bij Koas’ op het etiket van de flessen Villageoise palmolie uit Ecuador.4.9. Nu niet in geschil is dat flessen Villageoise palmolie vanuit Ecuador naar Nederland zijn verscheept, dat deze flessen bestemd zijn voor Koas en dat Koas de flessen Villageoise palmolie wil gaan distribueren in (onder meer) Nederland, is er sprake van invoer als bedoeld in artikel 2.20 lid 2 sub c BVIE voormeld. Gelet op het proces-verbaal van constatering van 28 februari 2018 van Velthoven Gerechtsdeurwaarders te Rotterdam, de Bill of Lading van 31 januari 2018, de factuur van Kronos aan Koas van 20 februari 2018 en de verklaring van 21 februari 2018 van ICT, is verder voldoende aannemelijk dat Kronos de onderneming is die de flessen Villageoise palmolie uit Ecuador heeft ingevoerd in Nederland. Tegenover deze documenten en verklaringen die door [eiser] in het geding zijn gebracht, heeft Kronos haar stellingen dat Koas de goederen heeft ingevoerd, onvoldoende onderbouwd. De enkele aanduiding ‘imported by Koas’ op de etiketten is daartoe niet toereikend. Dit geldt ook voor de stelling dat door een zogenoemde abc-levering de lading palmolie onderweg al is doorverkocht aan Koas en dat Kronos, anders dan wat op de Bill of lading is vermeld, niet meer als de ontvangende partij (consignee) kan worden aangemerkt bij aankomst van de lading in Rotterdam. Kronos heeft deze stelling op geen enkele wijze onderbouwd en heeft evenmin aannemelijk gemaakt dat zij daarmee niet als importeur kan worden aangemerkt. De verklaring van Kronos dat zij (het grootste deel van) de winst in Nederland laat vallen vanwege fiscale redenen wijst eerder op het tegendeel.
Aan het voorgaande doet niet af dat volgens Kronos deze en andere scheepsladingen Villageoise palmolie uit Ecuador uitsluitend bestemd zijn voor Koas. Ook dan blijft er sprake van de invoer van Villageoise palmolie door Kronos met het doel dat deze flessen in de handel worden gebracht.