19 jul 2024
Kunstmatig neurale netwerken zijn op zichzelf niet octrooieerbaar, aldus de Britse rechter
Court of Appeal 19 juli 2024, IEF 22198 (Comptroller tegen Emotional Perception AI Limited). Deze Britse zaak betreft een geschil tussen Comptroller (vergelijkbaar aan het Europese Octrooibureau) enerzijds en Emotional Perception AI Limited (hierna: Emotional Perception) anderzijds. Het gaat om de vraag of een artificial neural network (hierna: ANN), in het bijzonder die van Emotional Perception, octrooieerbaar is naar Engels recht. Volgens de High Court wel, nu er geen computerprogramma aan de ANN te pas zou komen (computerprogramma’s als zodanig zijn niet octrooieerbaar: art. 52 EPC). Tegen deze beslissing gaat Comptroller echter in beroep. Kort gezegd maakt de ANN van Emotional Perception het mogelijk dat gebruikers (muziek)bestanden krijgen aanbevolen die vergelijkbaar zijn met de bestanden waarin zij al eerder interesse hebben getoond. Kenmerkend daarbij is dat de aanbevolen bestanden zeer nauw aansluiten op het gevoel dat de voorgaande bestanden bij gebruikers hebben opgewekt. Voordat de rechter tot een beslissing komt, definieert zij een computer als “a machine which processes information” en een computerprogramma als “a set of instructions for a computer to do something”. Het argument van Emotional Perception dat haar ANN zichzelf heeft getraind acht de rechter niet relevant. Hetzelfde geldt voor het feit dat de ANN niet op een traditionele ‘als-dan’ wijze is geprogrammeerd. Volgens de rechter valt een ANN dan ook onder de genoemde definities. Dit wil volgens de rechter niet meteen zeggen dat een ANN geen onderdeel kan uitmaken van een octrooieerbare uitvinding: alleen de ANN als zodanig is niet octrooieerbaar. Gelet op het feit dat de ‘uitvinding’ van Emotional Perception in de kern alleen een reeks berekeningen van een ANN betreft op basis waarvan aanbevelingen worden gegeven, is van een octrooieerbare uitvinding in dit geval geen sprake.
61. I start with the term computer. I would hold that a computer is a machine which processes information. Neither party came up with a better definition and I believe that is a useful one. Turning to computer program, (which is the same thing as a “program for a computer”), in terms of the meaning of a statute, dictionary definitions are not determinative but in this case I think the definitions are helpful. I would hold that a computer program is a set of instructions for a computer to do something. These two definitions work together, so one can say that a computer is a machine which does something, and that thing it does is to process information in a particular way. The program is the set of instructions which cause the machine to process the information in that particular way, rather than in another way.
71. It is worth emphasising that the fact that s1(2) of the Act is engaged in a case of an ANN implemented invention, as much as it would be in any computer implemented invention, does not mean it is unpatentable. Very many computer implemented inventions are outside the exclusion and are patentable as a result. A computer implemented method controlling an X-ray machine was patentable in Koch v Sterzel (T26/86), as was a computer system for designing drill bits in Halliburton, and a system presenting a new interface to application programmers writing software for multi-touch devices in HTC v Apple. Each of these would have been just as patentable if the computer involved had been or used an ANN. Conversely the conclusions that a computer implemented financial trading system (Merrill Lynch) was excluded or a computer set up to produce the documents needed to form a company (the Macrossan case decided in Aerotel), would also be the same if an ANN was involved. The fact the exclusion is engaged as a result of the first part of this appeal, simply means that ANN implemented inventions are in no better and no worse position than other computer implemented inventions.
79. In my judgment the Hearing Officer’s conclusion is the right one. What makes the recommended file worth recommending are its semantic qualities. This is a matter of aesthetics or, in the language used by the Hearing Officer, they are subjective and cognitive in nature. They are not technical and do not turn this into a system which produces a technical effect outside the excluded subject matter. I note that the same view was expressed by the Technical Board of Appeal of the EPO in Yahoo T 0306/10, at paragraph 5.2 in holding whether song recommendations are “good” or “bad” does not amount to a technical effect. EPL make the point that this case was concerned with inventive step but that is only an artefact of the difference in the way the EPO approaches patentability from the manner in which it is approached in this jurisdiction. It does not undermine the relevance of the Board’s observation.