Gepubliceerd op donderdag 11 juli 2013
IEF 12855
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Kwantitatieve afzet mag van koekjes worden verwacht

Rechtbank Den Haag 10 juli 2013,  HA ZA 12-1270 (Kuchenmeister GMBH tegen Lotte CO.LTD.)
Merkenrecht. Onvoldoende gebruik voor reële commerciële exploitatie. Merk vervallen verklaard. Kuchenmeister drijft een onderneming in de banketbakkersbranche. Zij heeft een licentie verleend aan Nestlé voor het op de markt brengen van koekjes onder het merk KOALA in België. Kuchenmeister is houder van de internationale merkinschrijvingen woordmerk KOALA en woord-beeldmerk KOALA, met gelding in de Benelux. Lotte is een Japanse onderneming die actief is in de zoetwarenbranche. Zij is houder van de internationale merkinschrijving met gelding in de Benelux voor het woordmerk KOALA.

In conventie vordert Kuchenmeister succesvol dat de rechtbank het recht op het Benelux-deel van het Lotte merk vervallen verklaart en ambtshalve de doorhaling daarvan uitspreekt. De reconventionele vordering tot stake van de merkinbreuk wordt afgewezen. Van koekjes mag in beginsel enige kwantiteit van de afzet worden verwacht. Dat zij zijn bestemd voor een niche markt, te weten Aziatische specialiteitenwinkels, neemt niet weg dat er wel sprake moet zijn van een (voor die markt) reëel commercieel gebruik.

Lotte wijst er op dat de producten bestemd zijn voor een niche markt, te weten Aziatische specialiteitenwinkels, zodat in dit geval geen grote kwantiteit van de afzet vereist is. Dat neemt echter niet weg dat er ook in geval van een niche markt wel sprake moet zijn van een (voor die markt) reëel commercieel gebruik. Voorts moet bedacht worden dat de onderhavige waren koekjes zijn, goedkope consumptieproducten met een houdbaarheidsdatum. Van een dergelijk product mag in beginsel enige kwantiteit van de afzet worden verwacht. Lotte heeft bovendien niet gesteld wat de gebruiken in die niche markt zijn, die maken dat het zeer beperkte gebruik in die markt toch gerechtvaardigd moet worden geacht om marktaandeel te verwerven of te behouden.

De rechtbank is van oordeel dat het gebruik (door Lotte) onvoldoende is (mede door de kwantiteit) om te kunnen spreken van een reële commerciële exploitatie die gericht is op het verkrijgen of behouden van een afzet in de Benelux. De rechtbank verklaart het merk vervallen en spreekt doorhaling daarvan ambtshalve uit.

De beoordeling - in conventie en reconventie
Normaal gebruik?
4.11. Uit het voorgaande volgt dat het enige gebruik in de Benelux dat de rechtbank feitelijk kan vaststellen er uit bestaat dat er koekjes voorzien van het Lotte merk in 2008 in Nederland zijn aangetroffen door de VWA en dat Liroy het Lotte merk sinds 2010 vermeldt op haar website.
4.12. De rechtbank is van oordeel dat dit gebruik onvoldoende is om te kunnen spreken van een reële commerciële exploitatie door Lotte die gericht is op het verkrijgen of behouden van een afzet in de Benelux. Lotte wijst er op dat de producten bestemd zijn voor een niche markt, te weten Aziatische specialiteitenwinkels, zodat in dit geval geen grote kwantiteit van de afzet vereist is. Dat neemt echter niet weg dat er ook in geval van een niche markt wel sprake moet zijn van een (voor die markt) reëel commercieel gebruik. Enige aanwezigheid van Lotte Koala koekjes in Nederland in 2008 en de vermelding van het Lotte merk op de website van een derde, Liroy, vormen, zonder nadere onderbouwing op welke wijze daarmee door Lotte getracht wordt marktaandeel in de Benelux te verwerven of te behouden, volstaan daarbij niet. Lotte heeft niet concreet aangegeven op welke wijze zij zelf (of Lotte China) probeert in de Benelux een afzet voor de Koala koekjes te vinden of te behouden. Ter comparitie is door de advocaat van Lotte verklaard dat er aan Liroy vanaf 2003 koekjes zijn geleverd voorzien van het Lotte merk als er bij Liroy vraag was. Die situatie duidt niet op een actieve poging van Lotte om marktaandeel in de Benelux te verwerven of te behouden voor haar Koala koekjes. Voorts moet bedacht worden dat de onderhavige waren koekjes zijn, goedkope consumptieproducten met een houdbaarheidsdatum. Van een dergelijk product mag in beginsel enige kwantiteit van de afzet worden verwacht. Daarnaast koopt het relevante publiek waarschijnlijk ook koekjes op de algemene markt, zodat deze producten tot op zekere hoogte ook concurreren met waren die buiten deze niche worden verhandeld. Lotte heeft ook niet gesteld welk marktaandeel haar koekjes in die specifieke niche markt in de Benelux hebben. Zij heeft bovendien niet gesteld wat de gebruiken in die niche markt zijn, die maken dat het zeer beperkte gebruik in die markt toch gerechtvaardigd moet worden geacht om marktaandeel te verwerven of te behouden.
4.13. De rechtbank stelt derhalve vast dat er in de relevante periode geen normaal gebruik van het Lotte merk is gemaakt, zodat zij in conventie het Lotte merk vervallen zal verklaren en overeenkomstig artikel 4.5 lid 3 BVIE de doorhaling daarvan ambtshalve zal uitspreken.

Reconventie
4.14. Uit het voorgaande volgt dat de vorderingen van Lotte in reconventie niet voor toewijzing in aanmerking komen.