23 dec 2022
Ingezonden door Jan Pot, Alexander de Leeuw, Teun Burgers, Eline Hangelbroek en Maarten Groeneveld, Brinkhof.
Letterlijke inbreuk op octrooi PDA
Ktr. Rechtbank De Haag 23 december 2022, IEF 21161; C/09/636284 / KG ZA 22-898 (PDA tegen ABI) Philips Domestic Appliances (hierna: “PDA”) is een spin off van Koninklijke Philips en houdt zich bezig met de verkoop van huishoudelijke apparaten. Onder huishoudelijke apparatuur valt ook de thuistap met de naam: Philips PerfectDraft. ’s Werelds grootste bierbrouwer, Anheuser-Busch Inbev (hierna: “ABI”), en PDA, althans hun rechtsvoorgangers, hadden al 20 jaar een overeenkomst voor de productie en de verkoop van de Philips PerfectDraft.
PDA is de houder van EP 1 753 693 B1, dat ziet op een tapinstallatie die, kort gezegd, bestaat uit een beverage dispensing unit en een cartridge unit. Doordat de cartridge unit bestaat uit een rigide deel en een flexibel deel kan de ene (rigide) zijde in het fust worden geklikt en het flexibele deel door de beverage dispensing unit worden geleid zodat het bier van het fust naar buiten kan stromen. EP693 openbaart een product dat een installatieorgaan omvat dat, wanneer de taphendel in gesloten positie staat een interne schuif open houdt, en zorgt dat de schuif gesloten is wanneer het rigide deel van de cartridge unit in het fust wordt aangebracht. Hierdoor wordt verwezenlijkt dat de cartridge unit makkelijk in de beverage dispensing unit geplaatst kan worden, maar de drank niet kan overstromen vanuit het fust doordat de interne klep het flexibele deel van de cartridge unit dichtknijpt.
Ondanks de lange relatie tussen ABI en PDA, besluit ABI om eind 2021, zonder toestemming van PDA, de Philips PerfectDraft Pro op de markt te brengen via de website hopt.nl. Na verschillende briefwisselingen hebben de advocaten van PDA een kort geding aanhangig gemaakt bij de rechtbank Den Haag. PDA heeft een verbodsvordering ingesteld tegen ABI. Zij heeft zich onder andere verweerd door te stellen dat zij geen inbreuk maakt en bovendien op basis van een eerdere overeenkomst (2009 overeenkomst) een royalty free license zou hebben verkregen.
De voorzieningenrechter komt, middels een uitvoerige verwijzing naar de tweestappen-toets uit de Permetrexed II-zaak en de recente Novartis/Pharmathen-uitspraak, tot de conclusie dat ABI letterlijke inbreuk maakt op het octrooi van PDA.
4.16. Naar voorlopig oordeel is sprake van ‘letterlijke’ inbreuk waartoe de voorzieningenrechter als volgt overweegt.
4.16.1. Tussen partijen is niet in geschil dat de in het octrooi beschreven en afgebeelde (voorkeurs-)uitvoeringsvormen niet de aanwezigheid van een container (het fust of vat) vereisen. Zulks blijkt uit de tekeningen die in het octrooi zijn opgenomen en waarop nergens een fust is afgebeeld, maar ook uit de beschrijving, bijvoorbeeld paragraaf 37 zoals hiervoor onder 2.23 weergegeven. Daaruit blijkt expliciet dat het gaat om het inbrengen van de cartridge unit in het kanaal (van het beverage dispensing part) richting het vat (zie de zin “The cartridge unit is now moved through the first channel 40 towards the container”). De cartridge wordt dus slechts in de richting van waar de container pleegt te zijn bewogen; de container is op zichzelf geen vereiste voor de werking van de uitvoeringsvormen.
4.16.2. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter zal de gemiddelde vakpersoon, tegen die achtergrond, conclusie 1 dan ook zo opvatten dat de zinsnedes “when the one end of the cartridge unit (1) is (not) inserted in(to) the container”, en dan met name de laatste woorden daarvan (“in(to) the container”), betrekking hebben op de installatie (of juist niet) van de cartridge unit in het beverage dispensing part waarbij deze richting waar het vat/fust zich bij ingebruikname bevindt wordt bewogen. Die vakpersoon zal immers, zonder duidelijke aanwijzingen van het tegendeel, niet aannemen dat geen van de in een octrooi beschreven uitvoeringsvormen onder de conclusie zal vallen. De gemiddelde vakpersoon zal de conclusie in het licht van die uitvoeringsvormen uitleggen en aldus begrijpen dat de daadwerkelijke aanwezigheid van een vat of fust op het moment van installatie van de cartridge unit in het beverage dispensing part niet nodig is om de valve means te sluiten. Zelfs als de gemiddelde vakpersoon zou denken dat het vat in kenmerk 1.7 niet slechts een richting aanduidt maar de fysieke aanwezigheid daarvan vereist is, zal die vakpersoon conclusiekenmerk 1.7 opvatten als de beschrijving van de toestand waarbij het vat is aangesloten. Die vakpersoon zal immers onderkennen dat het gevaar van lekkage slechts optreedt als de cartridge unit met het vat wordt verbonden. Die omstandigheid, gezien in samenhang met de uitvoeringsvormen zonder vat, kan de vakpersoon slechts tot de conclusie brengen dat sprake is van de beschrijving van een toestand bij aangesloten vat. In zoverre moet naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter conclusie 1 zo worden begrepen dat met het woord container de richting wordt aangegeven waarin de cartridge moet worden bewogen of anders een toestand wordt omschreven en niet zozeer, zoals ABI voorstaat, een gelijktijdige actie (van het installeren/inbrengen van de cartridge unit in het vat en het sluiten van de valve means) wordt voorgeschreven.