14 mei 2024
Uitspraak ingezonden door Diederik Stols, Boekx.
Meenemen namaakkledingstukken leidt toch tot inbreuk op merkrechten Off-White
Hof Den Haag 14 mei 2024, IEF 22106; C/09/643901 / HA ZA 23-210 (Off-White tegen geïntimeerde). De zaak betreft de invoer van namaak kledingstukken door geïntimeerde van het kledingmerk Off-White in de Europese Unie. Off-White verwijt geïntimeerde dat hij hiermee inbreuk heeft gemaakt op haar Uniemerkrechten. In eerste aanleg zijn de vorderingen van Off-White afgewezen, aangezien er niet vast is komen te staan dat er sprake was van (dreigend) gebruik in het economisch verkeer in de zin van art. 9 lid 2 UMVo [zie IEF 21886]. Tegen dit oordeel gaat Off-White in hoger beroep. Zij vordert primair een verklaring voor het recht dat geïntimeerde inbreuk heeft gemaakt op de merkenrechten van Off-White.
Vast staat dat geïntimeerde 22 kledingstukken op een markt in Turkije heeft gekocht met tekens die gelijk zijn of overeenstemmen met de Merken, en dat deze kledingstukken namaak zijn. Geïntimeerde heeft een onthoudingsverklaring getekend, waarin is vermeld dat hij betwist dat er sprake is van gebruik in het economisch verkeer. Tijdens de mondelinge behandeling heeft geïntimeerde verklaard dat hij van oordeel is dat hij met zijn handelingen inbreuk heeft gemaakt op de merkrechten van Off-White. Dit brengt mee dat de gevorderde verklaring voor het recht zal worden toegewezen. Het hoger beroep van Off-White slaagt deels en het vonnis wordt vernietigd. Ieder van de partijen zal de eigen kosten dragen.
6.2 Geïntimeerde heeft een onthoudingsverklaring getekend. Hierin is vermeld dat hij betwist door de onderhavige handelingen inbreuk te hebben gepleegd omdat deze niet bestemd zouden zijn voor gebruik in het economisch verkeer.
6.3 Geïntimeerde heeft tijdens de mondelinge behandeling van 23 april 2024 verklaard thans (eveneens Off-White) van oordeel te zijn dat hij door de onderhavige handelingen inbreuk heeft gemaakt op de merkrechten van Off-White. Dit brengt mee dat de gevorderde verklaring voor recht zal worden toegewezen als hierna geformuleerd.