Gepubliceerd op vrijdag 25 augustus 2023
IEF 21630
EUIPO - OHIM ||
23 aug 2023
EUIPO - OHIM 23 aug 2023, IEF 21630; (Monster Energy/YG Entertainment), https://delex.nl/artikelen/merkinschrijving-monsterbaby-deels-afgewezen

Merkinschrijving Monsterbaby deels afgewezen

EUIPO 23 augustus 2023, IEF 21630; Oppositienr. B 3 125 519 (Monster Energy/YG Entertainment) In deze zaak oordeelt het EUIPO over de oppositie die Monster Energy Company (hierna: Monster Energy) tegen de merkregistratie van YG Entertainment heeft aangetekend. Het merk dat YG Entertainment wil laten registreren is het woordmerk ‘BABYMONSTERS’. Monster Energy stelt dat hierbij verwarringsgevaar ontstaat, nu het aangevraagde merk dermate veel op de woordmerken ‘MONSTER’ en ‘MONSTER ENERGY’ lijkt dat de consument niet meer begrijpt van welke onderneming het gemerkte product afkomstig is. 

Het EUIPO stelt dat de twee merken visueel slechts gematigd overeenstemmen. Hoewel zij beide het woord ’monster’ in zich dragen, heeft het merk van Monster Energy een stilistisch, uniek lettertype en groen teken. De twee tekens zijn dan weer gemiddeld gelijk op auditief vlak. De tekens komen overeen waar het om het ‘monster’ gedeelte gaat, maar lopen uiteen wat betreft de toevoegsels die zij hebben. Het grootste gedeelte van de Europese Unie kent het woord ‘monster’, wat maakt dat de merken conceptueel een gemiddelde gelijkenis vertonen. De goederen en diensten waar de merken voor zijn aangevraagd komen deels overeen. Het EUIPO neemt aan dat op deze vlakken verwarringsgevaar kan ontstaan en wijst de oppositie daarvoor toe. Voor de overige klassen waartegen oppositie is ingesteld wordt deze afgewezen.

c) The Signs

[...}

Visually, the signs coincide in the sequence of letters ‘MONSTER’, which is a separate distinctive element in all of the earlier marks and forms almost the whole distinctive element ‘MONSTERS’ in the contested sign (save for the additional letter ‘-S’ at the end). The marks differ in all their other elements, described in detail above, namely ‘ENERGY’, ‘ARMY’, the claw-like scratch and the stylisation of script in the case of the earlier marks, respectively, and ‘BABY-‘ in the case of the contested sign.

Therefore, the contested sign is considered visually similar to an average degree to the earlier word marks 3, 4 and 5 and visually similar to a very low degree to the earlier figurative marks 6, 7 and 8 (where the dominant claw-like scratch has a very significant impact).

Aurally, the pronunciation of the signs coincides in the sound of the letters ‛MONSTER’, present identically in all the signs, although in a different position. The pronunciation differs in the additional sound of ‘-S’ at the end of the contested sign and in the sound of the earlier marks’ additional letters ‘ENERGY’ or ‘ARMY’, and the contested sign’s letters ‘BABY’. If the claw-like device in earlier marks 6, 7 and 8 is perceived as a single letter ‘M’, it is not likely to be pronounced separately. If it is perceived only as a figurative element and not as a stylised letter, it will not be pronounced.

Therefore, the signs are aurally similar to an average degree.

Conceptually, reference is made to the previous assertions concerning the semantic content conveyed by the marks. Even if the signs convey some concepts that are not present in the other signs, none of them will alter the concept conveyed by the coinciding distinctive element ‘MONSTER(S)’ (for the majority of the public). Therefore, as the signs will be associated with the same concept conveyed by the distinctive element ‘MONSTER(S)’, they are conceptually similar to an average degree for most of the public in the EU. Only in Bulgaria does the coinciding element ‘MONSTER’ have no meaning; the marks are, therefore, not conceptually similar in this territory.