Minder bits
Rechtbank 's-Gravenhage, 24 maart 2006, rolnr. 257709/KG ZA 06-52. BenQ Europe tegen Sisvel en de Staat. Vonnis over conservatoir beslag tot afgifte ex art. 70 ROW en belangenafweging.
Philips is tezamen met France Télécom, Télédiffusion de France en Institut für Rundfunktechnik houder van drie Europese octrooien met gelding voor onder meer Nederland en Duitsland die betrekking hebben op zogenoemde MP3 technologie. Philips c.s. heeft aan Sisvel een onherroepelijke volmacht verleend. Sisvel heeft uit hoofde van deze volmacht een partij van 3000 mobile telefoons met MP3 functionaliteit afkomstig uit Taiwan en bestemd voor BenQ die "mogelijk inbreuk maakt op een intellectueel eigendomsrecht van de houder(s) van: MP2/3 (SISVEL)" laten tegenhouden door de douane en na verlof van de rechtbank (zie hier) conservatoir beslag laten leggen. BenQ vordert nu dat het beslag onmiddelijk wordt opgeheven en de Staat de telefoons vrijgeeft aan BenQ.
De vordering van BenQ wordt afgewezen. BenQ stelt dat de gegeven volmacht niet toereikend zou zijn voor Sisvel om namens de octrooihouders op te treden. De rechtbank acht echter dat Sisvel nadrukkelijk en onherroepelijk gemachtigd krachtens procesvolmacht is en dat dit een erkende figuur is volgens vaste rechtspraak in Nederland.
Voorts acht BenQ dat het naar Nederlands recht onmogelijk zou zijn om conservatoir beslag tot afgifte te leggen ex art. 70 lid 6 ROW 1995. Dat wordt voorshands eveneens onjuist geoordeeld, zoals blijkt uit de uitvoerige overweging onder 4.4.
Nu de geldigheid-s en inbreukvragen aangaande de octrooien materieel uitdrukkelijk niet ter discussie staan (hierop wordt in de bodemprocedure nader ingegaan), wordt ervan uitgegaan dat de telefoons vanwege de MP3 functionaliteit inbreuk maken op de voorshands geldig te achten octrooien. Het beslag is aldus rechtsgeldig gelegd, voor zover daaraan octrooi-inbreuk ten grondslag is gelegd.
BenQ stelt tevens dat het beslag 'onnodig respectievelijk disproportioneel' is. De rechtbank acht de belangen van de octrooihouders aanmerkelijk groter dan die van BenQ. "Bij die stand van zaken kan Sisvel worden gevolgd in haar stelling dat het op de markt komen van de telefoons, die in het onderhavige geding geachte moeten worden inbreuk te maken op de octrooien, een onaanvaardbaar precedent zou vormen ten opzichte van derden die wel, teneinde de octrooien te respecteren, een licentievergoeding betalen en de overige licentievoorwaarden accepteren. Alleen al om die reden is het belang van Sisvel niet te begroten op het bedrag van de gederfde licentievergoeding. Het belang bij BenQ tot uitlevering aan haar klanten is uiteindelijk te herleiden tot een zuiver financieel belang, dat onvoldoende opweegt tegen het belang van Sisvel om effectief tegen inbreuk te kunnen optreden."
De rechtbank volgt de Staat in haar stelling dat zij nodeloos in deze procedure is betrokken. Vrijgave tegen een zekerheidstelling is in de gegeven omstandigheden op grond van de APV helemaal niet mogelijk en aldus niet onrechtmatig.
Lees het vonnis hier.