Gepubliceerd op donderdag 23 februari 2012
IEF 10950
De weergave van dit artikel is misschien niet optimaal, omdat deze is overgenomen uit onze oudere databank.

Motorrijders, een publiek dat zich geenszins beperkt

BBIE 10 februari 2012, oppositienr. 2003968 en nr. 2004077 (TLG Gewerbeparkt Simson tegen REMA-Tip Top Nederland)

Beslissingen ingezonden door Bart Schweitzer, Novagraaf Nederland BV.

ONEL/OMEL-leer. Merkenrecht. Oppositie op grond van ouder Europees gecombineerd woord-/beeldmerk SIMSON  tegen aangevraagde beeldmerk SIMSON, woordmerk SIMSON (allen in klasse 12 overeenstemmend, vervoermiddelen). De oppositie wordt afgewezen. Het merk wordt ingeschreven voor alle waren. Er volgt twee maal een oppositiekostenveroordeling ad €1.000.

Bijna drie jaar na aanvang van de ‘SIMSON’ opposities wordt de ONEL/OMEL-leer weer gevolgd. In dit geval wordt gebruik van een CTM in (Oost) Duitsland niet voldoende geacht (‘rekening houdende met de relevante markt van de waren in kwestie’) om instandhoudend gebruik van het Gemeenschapsmerk aan te nemen. Motorfietsonderdelen en accessoires zijn naar hun aard evident bestemd voor motorrijders, een publiek dat zich geenszins beperkt tot een deel van de Unie, maar zich in tegendeel in de gehele Europese Unie bevindt. Citaten uit nr. 2003968.

35. Uit de ingediende stukken kan dus hooguit gebruik van het ingeroepen recht in (een deel van) Duitsland blijken. Verweerder acht dit ontoereikend voor het in stand houden van een gemeenschapsmerk (zie punt 21). Ook het Bureau is van oordeel dat dit niet per definitie voldoende is om normaal gebruik aan te nemen in de Europese Unie. Gebruik in uitsluitend één lidstaat leidt niet noodzakelijkerwijs tot wel of geen normaal gebruik  binnen de Gemeenschap (zie BBIE, oppositiebeslissingen ONEL/OMEL, nr. 2004448, 15 januari 2010 en ROBERTSON, nrs. 2003572 en 2003573, beide 29 april 2011). Immers, moet worden  onderstreept dat de interne (politieke) landsgrenzen van de Gemeenschap in beginsel geen rol spelen, maar dat er conform de Europese rechtspraak, rekening dient te worden gehouden met  alle concrete omstandigheden van het geval teneinde vast te stellen of er sprake is van “normaal gebruik” voor de instandhouding van het ingeroepen merk. 

36. In casu heeft dit gebruik betrekking op de waren onderdelen en accessoires voor motorfietsen. Deze waren zijn naar hun aard evident bestemd voor  motorrijders, een publiek dat zich geenszins beperkt tot een deel van de Unie, maar zich in tegendeel in de gehele Europese Unie bevindt.

37. Onder deze omstandigheden is het Bureau van oordeel dat een dergelijk beperkt gebruik onvoldoende is om als instandhoudend gebruik van een gemeenschapsmerk te gelden.

Conclusie
38. Gezien de omvang van het recht dat verbonden is aan een gemeenschapmerk en rekening houdend met de relevante markt van de waren in kwestie, is het Bureau van oordeel dat het gebruik van het merk in een zo beperkt deel van de Unie in het voorliggend geval onvoldoende is om als normaal gebruik van het gemeenschapsmerk te kunnen gelden.

BVIE